Wie met Ronald Versloot en Henry Wolthuis praat over de transitie krijgt er gaandeweg steeds meer vertrouwen in dat het wel goed gaat komen met die ene nieuwe brancheorganisatie voor de binnenvaart. De twee varende ondernemers zien de bedreigingen heus wel, maar laten het niet gebeuren dat anderen daarin een excuus vinden om de boot te missen.
Versloot en Wolthuis omschrijven zichzelf als ‘proactief’. Daar is niets te veel mee gezegd. Het gesprek gaat over de gereserveerde houding bij zowel een aantal bij Kantoor Binnenvaart aangesloten ondernemers als bij enkele ledengroepen binnen het CBRB en op driekwart van het gesprek moet Henry Wolthuis toegeven: “Als ze zich bedreigd voelen omdat ze ook proactief moeten worden, dan is dat eigenlijk wel terecht.”
Een rechtstreekse uitdaging. De varende ondernemers die toe willen naar één brancheorganisatie zien aan beide zijden van het binnenvaartspectrum argwaan. De daaruit voortvloeiende defensieve houding zouden Wolthuis en Versloot graag zien verdwijnen, want het vertraagt het proces.
Varende ondernemers
Het zijn juist de varende ondernemers van CBRB én van KB, die door hun enthousiasme een stuwende kracht zijn geworden achter het transitieproces. De besturen van beide groepen hebben een werkgroep gevormd onder de naam ‘Tijdelijke Werkgroep VO’ die onder leiding van voormalig binnenvaartondernemer Rinus de Korte de vorming van één brancheorganisatie onderzoekt. De werkgroep adviseert niet alleen de genoemde besturen maar levert ook input aan het Transitiecomité, waarin de voorzitters van CBRB, KB en Koninklijke Schuttevaer onder leiding van Arie Kraaijeveld de overgang naar één brancheorganisatie voorbereiden.
Samen zijn ze bijna honderd jaar oud. Henry Wolthuis (bijna 40) en Ronald Versloot (bijna 60) hebben aan jeugdig enthousiasme niets ingeboet. (foto MG Redacties)
Ronald Versloot is lid van de Tijdelijke Werkgroep, mede-eigenaar van de chemietankers Admiral en Commander en voorzitter van de OPTO (Overleggroep Particuliere Tankvaart Ondernemers bij het CBRB). Henry Wolthuis is mede-eigenaar van meerdere autoschepen en voorzitter van de CBRB-groep Varende Ondernemers. Hij is geen lid van de werkgroep. Beiden maken deel uit van het algemeen bestuur van het CBRB, maar spreken nadrukkelijk op persoonlijke titel.
Gereserveerd
Enkele ledengroepen van het CBRB staan gereserveerd tegenover de grote groep particulieren die bij een fusie een proportioneel grotere stem binnen de nieuwe club krijgen. De meer traditionele leden van het CBRB zijn nu wel gewend aan het meepraten door de eigenaren van grotere schepen, maar wat gebeurt er als die stem zo veel sterker wordt?
Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich de leden van Kantoor Binnenvaart, die huiverig zijn om deel uit te gaan maken van een organisatie waarin ook ‘de bevrachters’ zitten. “Ze willen niet onder de knoet van dikke sigaren rokende reders en bevrachters”, zegt Ronald Versloot met een ironische ondertoon. “Tja, dat beeld bestaat nog steeds, maar het is echt onzin. Je moet elkaar open tegemoet treden, dat dwingt respect af. Wij zijn het bewijs dat dat beeld niet klopt. Je hebt het zelf in de hand, je moet niet als een Calimero in het bestuur gaan zitten.”
“Ik begrijp ook wel dat niet iedereen een gedreven redenaar is – en daar reken ik mezelf ook niet toe – maar je moet wel je eigen identiteit uitdragen en op basis van argumenten elkaar overtuigen, niet altijd kijken naar wat de meerderheid vindt.”
Jezelf bloot geven
Versloot heeft recht van spreken. In de zeventiger jaren was hij al lid van de ASV (wat overigens toen een heel andere organisatie was dan het nu is) en in de negentiger jaren was hij bestuurslid van de ITV (later de Nieuwe ITV). Dat waren dezelfde tankvaartondernemers die nu de OPTO vormen. Hij weet dus hoe het is om een club van louter particulieren te leiden en heeft ervaring met die overgang naar een bredere organisatie.
“Je moet niet bang zijn bang jezelf bloot te geven. Er zijn best tegenstrijdige belangen, maar we hebben allemaal één gezamenlijk doel: meer lading en een alternatief zijn voor andere soorten vervoer. Voor de rest hebben we nou ook niet echt zo veel contact met de andere groepen.”
Overlap
Daaronder de tankvaartgroep – de reders en bevrachters die al deel uitmaakten van het CBRB – die een aparte groep is, hoewel al eens is geopperd haar samen te voegen met de OPTO. “Het maakt niet zo veel uit. Als er dossiers zijn die beide aangaan, dan gaan we er samen heen. Er is een grote overlap tussen de twee groepen. Logisch, er zijn nog steeds reders/bevrachters die eigen schepen hebben varen. Er is geen sprake van dat we onder druk worden gezet. Het gaat meestal vooral over de technische dossiers.”
Er wordt in verenigingsverband bij het CBRB niet over prijzen gepraat. “Dat mag niet, da’s simpel. Het is ook onzin; je krijgt die 5.000 kikkers toch niet in één emmer. Wel hebben we samen een kostprijsanalyse laten maken, waardoor de transparantie in de markt wordt vergroot. Zoiets bevordert de kwaliteit van het ondernemerschap bij met name particuliere bedrijven en alleen daarom al zou je het moeten willen. Je zal in overleg moeten met de bevrachters als je het hebt over bevrachtingsvoorwaarden. Eerst onderling er uitkomen. Dat vraagt veel van het algemeen bestuur en de directie. Die dienen dus over Fingerspitzengefühl te beschikken.”
Eén club
En dan is er straks één grote vereniging met allemaal deelgroepen en zodra één daarvan z’n zin niet krijgt, dan vormen die weer een nieuwe club.
Ronald Versloot glimlacht. “Dat geluid hoor je nu ook wel eens bij het CBRB, maar het gebeurt niet, want de voordelen van een grote organisatie zijn zo veel belangrijker dan de nadelen. Er is ook absoluut nooit sprake van geweest dat de groep Varende Ondernemers uit het CBRB zou stappen. Integendeel, de leden van de Varende Ondernemers hebben in het verleden bewust gekozen voor een brede brancheorganisatie.”
Hoe gaat die nieuwe organisatie eruit zien?
“Het zal een CBRB Plus zijn, maar met een andere structuur. Het zal erop neerkomen dat de bestaande clubs worden opgeheven en dat er één nieuwe club voor in de plaats komt. Iedereen moet zich er thuis voelen.”
Identiteit
CBOB’ers hoeven zich geen zorgen te maken dat de zondagsrust in het gedrang komt?
“Als een groep een eigen identiteit wil behouden, zal dat ook in het algemeen bestuur worden gereflecteerd. Daar heeft niemand een probleem mee.”
“Iedereen z’n eigen stem”, zegt Henry Wolthuis, die halverwege het gesprek aanschuift. “Maar wel één binnenvaartsmoel waarin iedereen zich herkent.”
De proactieve aanpak van de varende ondernemers levert wel soms kopzorgen op bij het CBRB. Henry Wolthuis: “Het CBRB heeft z’n handen vol om onze initiatieven te verwerken. Je moet niet bang zijn om iets te doen, want als je bij zo’n grote club bent aangesloten, sta je nooit alleen.”
Niveau gaat omhoog
Ronald Versloot ziet ook heel praktische voordelen van een grotere organisatie. “Als meer mensen zich aansluiten, zal op den duur ook de contributie omlaag gaan. Of je krijgt meer goede mensen voor je geld. Je moet bedenken dat zo al twee fte’s vrij komen omdat de organisaties elkaar niet meer hoeven te beconcurreren en je overlap kan wegnemen. Die kun je dan voor zinniger zaken inzetten.”
Henry Wolthuis: “Ik denk dat het niveau van de vertegenwoordiging omhoog gaat. Het zal niet meteen zaligmakend zijn, maar wel beter dan wat we nu hebben. Ministers en ambtenaren zitten er niet op te wachten allemaal piepstemmetjes te horen vanuit een branche. Eén krachtige stem is veel effectiever.”
Ronald Versloot durft de uitspraak aan: “Bij één organisatie waren de CCR-overgangsregels nooit zo gekomen als ze er nu liggen. Achteraf commentaar geven is nogal makkelijk. Laten we ervoor zorgen dat dit nooit meer zo gebeurt.”
Hij kent natuurlijk zelf vooral de voorbeelden uit de tankvaart. “Die krijgt in hoog tempo nieuwe regels, al dan niet door het verladend bedrijfsleven, over zich uitgestort. De Groep Tankvaart en de OPTO werken nauw samen om uit die stortvloed onzinnige of onredelijke voorschriften te elimineren.“
Dure expertise is zomaar beschikbaar
Henry Wolthuis: “Er zijn zo veel voordelen van een brede organisatie. Bedenk dat er bij het CBRB zeventig geassocieerde leden zijn aangesloten. Dat is een groot en belangrijk netwerk van banken, verzekeringen en diverse organisaties en instanties. Daar zit veel expertise en knowhow. Dure expertise is zomaar beschikbaar. Je hebt gewoon één organisatie nodig. Alles op basis van gelijkwaardigheid. Henk Wanders zegt altijd: ‘Een spits en een Europaschip zijn in hun eigen vaarwater net zo groot.’ Of neem het onderwijs. Het onderwijs moet branchebreed worden aangepakt, dat gaat niet alleen de schippers aan.”
Tegen hun argumentatie valt weinig in te brengen. Om het proactieve nog maar eens te benadrukken, sluit Henry Wolthuis af met: “We moeten van doemdenken naar doendenken.”