In Antwerpen hebben vier generaties De Wit deze zomer samen hun nieuwe bunkerboot gedoopt. De Deugniet is een zusterschip van de Pagadder, die in 2003 in de vaart kwam. Het schip werd ingezegend door pater Machar Verhaeghe, die daarmee de laatste scheepsdoop in zijn carrière als binnenvaartaalmoezenier voltrok.
De champagnefles spat uiteen in aanwezigheid van pater Machar. (foto’s Sarah De Preter)
Met de Pagadder lanceerde De Wit Bunkering zes jaar geleden een nieuwe generatie bunkerschepen voor de binnenvaart. Het schip is net geen 35 meter lang en mag dus door één man worden bevaren. Met een tonnenmaat van 300 kuub (gasolie) is voldaan aan de definitie van een bunkerboot zoals die in het ADNR is beschreven. De Pagadder werd gebouwd door de Nederlandse scheepswerf Sepers.
Sneller en zuiniger
De Deugniet is quasi een kopie van de Pagadder, maar er zijn ook enkele verschillen. Hij is net als de Desafio, die Sepers voor bunkerbedrijf Visser in Kerkdriel bouwde, een beetje gestroomlijnder. Daardoor is hij sneller dan de Pagadder en verbruikt hij minder brandstof. De motoren voldoen aan de nieuwe CCR-normen. De pompen zijn elektrisch aangedreven en maken minder lawaai dan de hydraulisch aangedreven pompen van de Pagadder.
Naast gasolie kan men bij de Deugniet ook smeerolie en drinkwater afnemen. De bunkerboot belevert vooral binnenschepen, maar ook kleine zeeschepen. Net als de Pagadder is de Deugniet enkelwandig. Volgens de huidige regelgeving mogen bunkerboten nog tot 2038 enkelwandig zijn.
Vier generaties
De Deugniet werd op 27 juni gedoopt aan kaai 77, waar De Wit Bunkering vorig jaar een nieuw pand in gebruik heeft genomen. Aanwezig waren vier generaties De Wit. Charles De Wit (92) stond in 1947 aan de wieg van het familiebedrijf. Zijn zoon Theo en echtgenote Ria hebben begin dit jaar hun bestuurlijke mandaten neergelegd in het kader van de bedrijfsoverdracht aan Peter De Wit en diens echtgenote Ilse.
Theo wil zijn zoon nog een vijftal jaar als adviseur terzijde staan. Tegen die tijd is alweer een nieuwe generatie De Wit uitgegroeid tot jong volwassenen. Seppe (12), Robbe (10) en Wannes (8) mochten samen de champagnefles tegen de boeg van de Deugniet gooien.
Laatste scheepsdoop
Pater Machar Verhaeghe was met de Deugniet toe aan de allerlaatste scheepsdoop uit zijn carrière. Verhaeghe is 65 geworden en inmiddels met pensioen. “Eerlijk gezegd voel ik me daar niet prettig bij”, gaf hij voor de scheepsdoop toe. “Afhaken is nooit mijn stijl geweest. Graag wil ik ook de komende jaren nog bij de binnenvaart betrokken blijven.”
Een trotse Charles De Wit met zoon Theo en schoondochter Ria, kleinzoon Peter en diens echtgenote Ilse en, van groot naar klein, Seppe, Robbe en Wannes.
Ook de opvolger van pater Machar, Jos Van Hoof, was bij de scheepsdoop aanwezig. Van Hoof is geboren en getogen in Antwerpen en was 26 jaar lang missionaris in Venezuela. Hij is behalve binnenvaartaalmoezenier ook aalmoezenier voor de zeevarenden in Antwerpen.
Van Hoof heeft in zoverre waterbenen dat zijn vader altijd op het Zilvermeer in Mol heeft gewerkt. Met de doop van de Deugniet zette hij zijn eerste stappen in de binnenvaart.
Tiende schip
Net als bij de vorige nieuwbouw blikt familie De Wit ook deze keer terug op een goede samenwerking met scheepswerf Sepers en alle toeleveranciers. “We zijn in de zomer van 2008 begonnen met plannen maken”, aldus Theo De Wit. “De deal was dat de Deugniet eind juni 2009 klaar zou zijn. Dat is prima gelukt.”
Met de Deugniet erbij telt de vloot van De Wit Bunkering nu tien schepen. Verdere nieuwbouwplannen heeft het bedrijf voorlopig niet. “We willen eerst duidelijkheid over de hele problematiek van dubbelwandigheid eer we op dat vlak een volgende stap zetten.”
(Sarah De Preter)