De sea-riverliners uit de Lady A-serie van Wijnne Barends zijn uitgerust met een hoofdmotor die maximaal 746 kW vermogen op de schroef levert. Hiermee blijven zij onder de wettelijk toegestane grens van 750 kW, waardoor er zo mogelijk zonder een HWTK (machinist) gevaren kan worden..
‘Zeescheepvaart zonder machinist, dat was voor sommigen zeker even wennen’, vertelt Auke Douma, manager crewing van Wijnne Barends. Het leidde tot een uniek crewing-concept waarbinnen interne opleiding van eigen bemanning van de Lady A-serie een cruciale positie inneemt. ‘Wij leiden graag onze eigen mensen op zodat zij in de machinekamer diagnoses kunnen stellen en met ondersteuning van de wal problemen kunnen oplossen. Wij varen met een relatief klein, flexibel team waarbij de rollen niet heel strikt vastliggen. Het goed ingespeelde team knapt het werk aan boord samen op.’
Bemanning
Onlangs nam Wijnne Barends nummer 6 in de reeks in gebruik: de Lady Ariane. Net als haar zusterschepen vaart Lady Ariane met een 6-koppige bemanning: een kapitein (varende participant, dus mede-eigenaar), een stuurman, een matroos/motorman, een stuurman in opleiding, een matroos/kok en een stagiair.
In principe nemen de eerste drie het werk van de machinist aan boord voor hun rekening. Met ondersteuning van de wal kunnen zij de meeste problemen en calamiteiten onderweg oplossen.
Zij worden hierbij ondersteund door Caterpillar Shoresupport, 24/7 online monitoring van de Caterpillar 3508 hoofdmotor door leverancier Pon Cat via V-satelliet. Pon is ervaren in motormonitoring op afstand, met name in de tuinbouw. Deze techniek wordt op de Lady A-serie dus ook maritiem toegepast.
Ook de technische dienst van Wijnne Barends ondersteunt het machinekamerpersoneel bij het verhelpen van storingen. Die dienst heeft online continu toegang tot beelden van de motor en alle relevante data. Onder meer toerental, motorbelasting, brandstofverbruik, turbodruk, koelwatertemperatuur, smeeroliedruk en uitlaatgassentemperatuur.
Varende participanten
De kapitein van elk van de Lady A-schepen is als varende participant mede-eigenaar en daarmee medeverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. ‘De kapiteins varen op hun eigen onderneming, wat verantwoordelijkheidsgevoel en economisch meedenken stimuleert’, vertelt Douma.
Het zijn niet alleen Nederlanders, maar ook Russische en Poolse mannen die hun sporen in de zeescheepvaart hebben verdiend en die hiermee de kans krijgen om zich te blijven ontwikkelen. Zo houden zij uitdaging in hun werk en kunnen ze uiteindelijk doorgroeien naar volledig zelfstandige ondernemers.
[kader positie=”rechts” breed=”50″]
Filippijnse zeevarenden
De matrozen zijn veelal jongens van Filippijnse komaf, sowieso een zeer sterk vertegenwoordigde groep onder matrozen in de internationale zeescheepvaart. ‘ Werken op zee heeft daar aanzien; de werkethiek is prima; en op de Filippijnen is goed onderwijs voor dit werk’, licht Douma toe.
‘Deze jongens worden opgeleid voor het matrozenvak en daar liggen de ambities van Nederlandse zeevarenden meestal niet. Het zijn over het algemeen prettige mannen om mee samen te werken, ze passen goed in de kleine en hechte teams aan boord van onze sea-riverschepen.’
Wijnne Barends maakt ook deel uit van een delegatie van de Nederlandse rederswereld die jaarlijks een wervingsbezoek brengt aan de zeevaartschool in Palompon, een van de armste delen van de Filippijnen, dat werd geteisterd door tyfoon Haiyan. Deze school wordt gesteund door de KVNR, het ministerie van Buitenlandse Zaken en vakinhoudelijk door de Rotterdamse zeevaartafdeling van het STC. Deze ondersteuning is structureel en draagt bij aan het bestrijden van armoede. Voor Wijnne Barends is deze vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen een extra drive.
[/kader]
Trainee mate
Vanwege de afwezigheid van een machinist aan boord investeert Wijnne Barends extra in de technische knowhow van de crew. Zo is een van de matrozen vervangen door een stuurman in opleiding, een trainee mate.
Ook is er op elk van de Lady A-schepen standaard een stageplek beschikbaar voor jongeren van de Nederlandse zeevaartopleidingen. ‘Het aantal leerlingen van zeevaartscholen stijgt sterker dan het aantal beschikbare stageplaatsen. Wijnne Barends vindt een gedegen opleiding van cruciaal belang voor het kennisniveau binnen de maritieme sector op lange termijn. Daarom zijn wij blij dat wij met deze serie schepen een groot aantal jongeren de kans kunnen geven om het vak in de praktijk te leren’, licht Douma toe. Het gaat hierbij om maritiem officieren, die worden opgeleid in zowel het stuurmans- als machinistenvak: ‘Wij leiden deze jongeren op tot stuurman met kennis van machinekamertechniek.’
De tweede matroos aan boord is matroos/kok. Op een bemanning van 6 man is het kokswerk geen fulltime job; vandaar deze combinatiebaan. De derde matroos is matroos/motorman. Dit zijn mannen met volop technische knowhow, met name praktijkervaring. Wijnne Barends wil in deze jongens investeren en gaat ze daarom trainingen bieden om hun praktijkervaring te onderbouwen met gerelateerde theoretische kennis.
Trouwe medewerkers
Met goede werk- en leefomstandigheden aan boord, bovengemiddelde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden – onder meer een ziektekostenverzekering voor het hele gezin van al het trouwe personeel aan boord – beperkte uitzendduur en opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden bindt Wijnne Barends medewerkers aan zich. Het varend personeel is daardoor loyaal en werkt er in veel gevallen langjarig.
‘Het mes snijdt aan 2 kanten. Want dat is niet alleen goed voor onze medewerkers, maar ook voor onze organisatie’, licht Douma toe. ‘Zo werken wij met mensen die onze schepen heel goed kennen, binding hebben, betrokken zijn en hart voor de zak hebben. Zekerheid zorgt voor stabiliteit en loyaliteit. En dat is voor iedereen goed!’
tekst en foto’s: Jan Johan ten Have
