Donderdag 16 december is voor het Maas- en Scheepvaarttmuseum de dag van de waarheid. De gemeenteraad van Maasgouw buigt zich dan over een voorstel van het college om nog eenmalig de jaarlijkse subsidie te verstrekken; daarna moet het Maasbrachtse museum zelf zijn broek ophouden. In de huidige situatie betekent dit het einde van het museum. Het bestuur van het museum laat het er niet bij zitten.
Het bestuur heeft een slotoffensief ingezet om het tij te keren en de raad ervan te overtuigen dat sluiting van het museum een grote verarming is van het culturele leven in Maasgouw en zeker in Maasbracht. Zoals het dorp onlosmakelijk is verbonden met het Julianakanaal hoort het museum bij Maasbracht als Sofia bij Loren. Tijdens een bijeenkomst voor bestuur en andere vrijwilligers van het museum op donderdag 28 november hield voorzitter Roelf Fransbergen nogmaals een pleidooi voor openhouden van het museum en handhaving van de collectie.
Ponton
Vier mogelijkheden legde hij op tafel. Onderbrengen van (een deel van) de collectie in het Streekmuseum van Stevensweert en een deel in de regiotoren van Rijkswaterstaat die in aanbouw is. Gevolg: het einde van de collectie in zijn huidige omvang. Een tweede mogelijkheid is de jaarlijkse museumsubsidie van de gemeente Maasgouw te verdelen over de musea van Thorn, Stevensweert en Maasbracht. Deze mogelijkheid heeft weinig kans van slagen.
De derde en vierde variant behelzen de onderbrenging van het Maas- en Scheepvaartmuseum in de nieuwe ponton die is opgenomen in het Masterplan Haven Maasbracht, of in een aan te kopen binnenschip, waarbij Roelf Fransbergen denkt aan een schip van 50 meter lang en 7 meter breed. De eenmalige kosten voor aankoop en inrichting begroot Fransbergen op 100.000 respectievelijk 200.000 euro, te financieren door een eenmalige subsidie en/of een lening. Een positief gevolg voor de gemeente is bij die laatste opties dat geen jaarlijks subsidie meer nodig is.
Opheffing
Er is eigenlijk nog een vijfde mogelijkheid: opheffing van het museum. Dat is aan de orde als de gemeenteraad het voorstel van burgemeester en wethouders overneemt. Roelf Fransbergen: “Dan vertel je het bestuur en de andere vrijwilligers dat hun inzet van nul en generlei waarde is geweest en dat het cultureel erfgoed van hun onze voorvaderen die Maasbracht groot hebben gemaakt met een pennenstreek van tafel wordt geveegd.”
Het nieuwe bestuur heeft bij de overname van het museum een bedrijfsplan voor drie jaar opgesteld en Fransbergen vraag tijd om dit plan te realiseren en het nieuwe bestuur de kans te geven zich te bewijzen en genoemde huisvestingsmogelijkheden verder uit te werken.
In het kader van het slotoffensief heeft het bestuur vorige week een aantal raadsfracties rondgeleid in het museum. Volgens Fransbergen waren de reacties zeer positief en hij ziet de uitslag van de raadsvergadering van 16 december dan ook met vertrouwen tegemoet. Hij gaat tijdens de vergadering gebruik maken van zijn spreekrecht in een ultieme poging het museum voor Maasbracht te behouden.
(Jo Bindels)
