Rotterdam en Rijnland-Palts willen een grotere rol voor de binnenvaart in het vervoer tussen de Nederlandse zeehaven en de Duitse deelstaat. Het Havenbedrijf Rotterdam, de deelstaat Rijnland-Palts en de havenbedrijven van Ludwigshafen/Rheinland-Pfalz ondertekenden daarvoor een “Gemeenschappelijke Verklaring”. Hierin spreken zij af om samen de ontwikkeling van de goederenstromen tussen Rotterdam en Rijnland-Palz te beïnvloeden, samen de binnenvaart en het gebruik van LNG in het goederenvervoer te stimuleren en om samen op te trekken in de Duitse verkeerspolitiek.
Koblenz is een van de steden in Rijnland-Palts. (foto Holger Weinandt)
Een delegatie uit Rijnland-Palts bezocht vorige week Rotterdam. Zij werd geleid door verkeersminister Roger Lewentz en bestond uit verkeersspecialisten van CDU, SPD en de Groenen uit het deelstaatsparlement, de havendirecteur Frans Jozef Reindl van Ludwigshafen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en regionale media.
Rijncorridor
Tussen Rotterdam en Rheinland-Pfalz gaat jaarlijks 17 miljoen ton heen en weer, vooral per binnenschip. Dat is 15 procent van alle goederen tussen Rotterdam en Duitsland. Er zijn al acht terminals in de deelstaat aangesloten bij InlandLinks, het Rotterdamse achterlandnetwerk voor containers.
Het Havenbedrijf Rotterdam heeft zich de afgelopen jaren ingespannen om de vier Duitse deelstaten langs de Rijn meer met elkaar en met Rotterdam te verbinden. Zij delen belangen, zoals de verschuiving van lading naar spoor en binnenvaart en investeringen in infrastructuur. Een sterke band met de Rijncoridor geeft Rotterdam ook een steviger positie in de Duitse politiek.
Meer containers over water
De corridor tussen Rotterdam en Genua is één van de belangrijkste van Europa en loopt over en langs de Rijn, dwars door Rijnland-Palts. De Duitse delegatie informeerde zich tijdens het tweedaagse bezoek aan Rotterdam over de toekomststrategie van de Rotterdamse haven en de gevolgen voor het goederenverkeer.
‘De containerstroom zal zich de komende twintig jaar ruim verdubbelen’, aldus Emile Hoogsteden, directeur Containers, Breakbulk en Logistiek van het Havenbedrijf. ‘De logistieke afhandeling hiervan vereist efficiënte logistieke concepten en voldoende infrastructuur. Ons doel is om in 2035 65 procent van de containers over spoor en binnenwater aan- en af te voeren, nu is dat ongeveer 52 procent. Vermindering van emissies, fijnstof en geluid is een drijvende factor. Stimulering van het gebruik van LNG in het goederenvervoer is een prioriteit.’
Vaargeul
Het Havenbedrijf Rotterdam, de deelstaat Rijnland-Palts en de havenbedrijven Ludwigshafen/Rheinland-Pfalz gaan regelmatig informatie en ervaringen uitwisselen om beter op de toenemende goederenstromen op de Europese noord-zuid-verkeersassen in te kunnen spelen. ‘Alleen al de geografische situatie met Rotterdam aan de monding van de Rijn en Rijnland-Palts in het midden ervan, maakt een nauwere samenwerking logisch’, benadrukte minister Lewentz na de ondertekening van de verklaring.
‘Zeker vanwege de sterke belasting van het milieu in het dal van de midden-Rijn door geluid van het spoor zouden goederen wanneer ook maar enigszins mogelijk over de Rijn vervoerd moeten worden.’
Volgens minister Lewentz loopt Rijnland-Palts vooruit op de ontwikkelingen door twee projecten in te dienen voor het nationale Duitse infrastructuurplan 2015. Een daarvan is de optimalisering van de vaargeul van de Rijn tussen Mainz en St. Goar. Hierdoor kunnen binnenschepen bij laag water meer lading vervoeren. Het tweede is een alternatief goederenspoortracé met minder geluidsoverlast.
Terminals
Verder vindt hij dat de openbare havens in de deelstaat goed voorbereid zijn op de toenemende goederenstromen. In de afgelopen jaren is door veel containerterminals flink geïnvesteerd in uitbreiding van de capaciteit. Op deze basis wordt het logistieke concept van Rijnland-Palts verder ontwikkeld.
‘Momenteel staat in Ludwigshafen Kaiserwörthhafen de volgende terminaluitbreiding op het punt van beginnen’, zei bedrijfsleider Franz Reindl van de havenbedrijven Ludwigshafen am Rhein. De capaciteit neemt toe van ongeveer 75.000 naar rond 139.000 eenheden per jaar.