Langs de Nieuwe Waterweg komen natuurlijke oevers. Op woensdag 2 oktober ondertekenden de gemeente Rotterdam, Rijkswaterstaat, het Havenbedrijf Rotterdam en het Wereld Natuur Fonds daarvoor de samenwerkingsovereenkomst De Groene Poort. Dat doen ze onder meer door restmateriaal uit de bouw te storten op de waterbodem. Bij de ondertekening werd meteen het eerste blok te water gelaten.
WNF-directeur Johan van de Gronden gooide het eerste blok in het water. (foto Ries van Wendel de Joode)
De Groene Poort is het eerste project “dat past in het streven van het Wereld Natuur Fonds en het Havenbedrijf om projecten te initiëren waarin natuur en economie elkaar versterken en die leiden tot een ecologisch en economisch aantrekkelijke delta”. Daartoe ondertekenden directeur Johan van de Gronden van Wereld Natuur Fonds en CEO Hans Smits van het Havenbedrijf ook de ‘ambitiekaart’ Een open haven in een natuurlijke delta.
Of de maatregelen gevolgen hebben voor de scheepvaart, is onbekend. In diverse rivieren – onder andere de Maas – experimenteert Rijkswaterstaat met natuurvriendelijke oevers. Dat blijkt hinderlijk voor de binnenvaart, die daartegen heeft geprotesteerd. Daar gaat het echter om vrij eroderende oevers, een andere aanpak dan bij de Nieuwe Waterweg.
Groene Poort
Bij de Groene Poort zal onder meer restmateriaal van oude kademuren uit de haven worden hergebruikt voor de aanleg van langsdammen (stenen dammetjes evenwijdig aan de oever) om de scheepsgolven te breken. Het gaat om grof materiaal (hei- of betonpalen) die dusdanig worden opgestapeld dat ze een eenheid vormen en dat er water tussendoor kan lopen. Daarachter wordt de waterbodem ondieper door het storten van schoon restmateriaal dat vrijkomt uit bouwwerken uit de directe omgeving. Normaliter moet dat naar een stortplaats worden vervoerd.
Havendelta
"De Nieuwe Waterweg is de enig overgebleven open verbinding tussen de zee en Rijn-Maasmonding", staat in de toelichting op de plannen voor de Groene Poort. "Door de betonnen glooiingen en kades is hier weinig meer over van de vroegere maasvlaktes; van de dynamiek die zo typerend is voor delta’s. Een plek waar land en water – zout en zoet – elkaar geleidelijk ontmoeten. Een voedselrijk gebied, ideaal voor jonge vissen en garnalen.
De bedoeling is dat er hier tussen de kribben weer intergetijdegebied ontstaat; een overgangsgebied van water naar land dat bij eb droogvalt en waar het water langzamer stroomt. Dit zijn slikken. Deze slikken zullen geleidelijk begroeid raken met zoutminnende planten en ontwikkelen zich daarna tot gorzen met karakteristieke vegetatie. Intergetijdegebieden vormen rust-, foerageer- en leefgebied voor een verscheidenheid aan diersoorten en vertegenwoordigen daarom een hoge natuurwaarde.
De bedoeling is dat slikken ontstaan tussen de kribben. Langs deze nieuwe natuurvriendelijke oevers komt op deze manier een leef- en fourageergebied voor trekvissen zoals de Atlantische steur en voor trekvogels. Het gaat om een gebied van 5 kilometer aan de zuidoever van de Nieuwe Waterweg op de landtong Rozenburg tussen Rozenburg en de stormvloedkering (rivierkilometer 1019-1026).
Het project De Groene Poort moet bijdragen aan een aantrekkelijke en duurzame stad en haven. Het gebruik van restmateriaal levert zowel een kostenbesparing als CO2-reductie op. De partijen combineren natuur, landschap én veiligheid op basis van het principe ‘werken met de natuur’. Omdat de Groene Poort zich op de korte termijn (tien jaar) vooral richt op het versterken van natte natuurwaarden en beperkt onderhoud nodig is, treedt Rijkswaterstaat op als beheerder.