De stremming door de kapotte stuw bij Grave kost verladers en ontvangers in Limburg minstens 2,5 miljoen euro per week. Dat stelt werkgeversorganisatie LWV, de Limburgse tak van VNO-NCW, op basis van een enquête onder haar leden. De bedrijven willen een compensatieregeling van het rijk.
De Maas is tussen Sambeek en Grave gestremd sinds een binnenvaarttanker op 29 december dwars door de stuw heen voer. De rivier is de belangrijkste vaarweg naar Brabant en Limburg. Per jaar passeren bij Grave ruim 9.000 schepen.
Omvaren kost zowel de schippers als de verladers en ontvangers extra geld. Dat geldt ook als een bedrijf voor een andere vorm van vervoer kiest: de truck of de trein.
Extra kosten
Uit de enquête komt naar voren dat bedrijven extra kosten hebben gemaakt om toch de goederen te kunnen afleveren of ontvangen. Danwel dat ze door uitstel van leveringen de eerste problemen hebben kunnen opvangen. Maar dat kan nu, na twee weken, niet meer.
Vanuit de binnenvaartorganisaties is gemeld dat de extra kosten voor de vervoerders in totaal rond de 300.000 euro ligt. LWV geeft aan dat de kosten voor bedrijven in Limburg vele malen hoger zijn. Er zijn bedrijven die 1.250 euro extra kosten hebben, maar er is er ook één die verwacht dat de onvoorziene onkostenpost de 500.000 euro beloopt.
Rek is eruit
In de enquête hebben bedrijven te kennen gegeven dat de maximale rek eruit is; ze lopen nu tegen de grens aan. Leveringen kunnen niet meer uitgesteld worden of ze hebben nieuwe grondstoffen nodig.
De geleden bedrijfsschade is zo goed als zeker niet te verhalen op de verzekeringsmaatschappij van de verantwoordelijke schipper en rederij.
LWV, haar Brabantse evenknie BZW en EVO Fenedex (vertegenwoordigers van verladers en exporteurs) roepen de provinciebesturen van Limburg en Noord-Brabant op om samen met hen bij de rijksoverheid een compensatieregeling uit het vuur te slepen om de bedrijven zo veel mogelijk schadeloos te stellen. “Deze kosten kunnen immers niet tot het normale bedrijfsrisico van de bedrijven worden gerekend!”