De firma Asphatrans Sarl, een combinatie van Jaegers Shipping en de Franse Compagnie Fluviale de Transport (CFT), introduceert de 135 x 17,50 meter en 7.000 ton grote Lapresta voor het vervoer van asfalt tussen Total Vlissingen en Total Antwerpen.
Het casco is bij Gebr. De Jonge in Kladovo gebouwd en, na 6.000 mijl achter een sleepboot, door Shipyard Trico geïnstalleerd. De Lapresta onderscheidt zich met zijn bulbsteven, grote holte en 2-deksinrichting, evenals de allround, dubbele equipment voor veiligheid om de lading met hulp van twee Konutherm/ketels en 37.000 liter thermische olie tussen de 160 en 200 graden Celcius te vervoeren. Wanneer de lading hard wordt, ben je ‘de sjaak’! Een fabriek op het water!
Twee dekken
“Eerst even een rondje doen?”, vraagt kapitein Hans Groot. Een uur verbazing volgt over wat nodig is om veilig gloeiend heet asfalt te vervoeren. De nadruk ligt hier op de ‘sterkteleer’, waarin radiale en axiale materiaaluitzetting hoofdrollen spelen en op de essentie van isolatie om warmte binnenboord te houden.
“We hebben een geslaagde proefvaart achter de rug en zitten nu in de finetune-fase”, zegt Hans. Hij showt het stuurhuis – met de grootte van een appartementje – waaraan het Kampers-label hangt met een trap binnen de kolom naar het onderste dek. DMT heeft hier het nautische systeem (Sigma) geleverd. Touchscreens houden de functies onder controle, allround camera’s laten geen meter dek onbespied.
De verblijven zijn verdeeld over twee dekken. Het is werk van Verveer Scheepsbetimmeringen. Sofa-Nova uit Rotterdam en VE-screen leverden het meubilair en interieur. Er zijn meerdere ingangen en zes slaap/woon-accommodaties, elk voorzien van eigen badkamer/toilet.
We tellen twee keukens ter voorkoming van filevorming voor het aanrecht en bewonderen het ‘mag er zijn’ privévertrek van de kapitein. Wanneer het stuurhuis in de hoogste stand staat, geeft het groen licht om zich via een beveiligde toegangsdeur door de kolom naar de stuurhut te begeven.
Twee verdiepingen
De machinekamer heeft verdiepingen; boven staan een compressor, twee generatorsets (C4 en C7), allerlei apparatuur plus een geïsoleerde schroefcompressor. De Konutherm-ketel steekt zijn kop boven de eerste verdieping uit. Compressielucht van Atlas Copco is preventief aanwezig en heeft als taak eventueel het lossen te hervatten met een extra boost van bovendruk.
Op de fundatie staan twee Caterpillars 3512 als voorstuwing, twee generators en een Cat C18 als back-up voor ladingpompen, die ook meerdere functies aan kan (onder andere reserve boegschroeffunctie). Een MDO-separator houdt hier de brandstof schoon. Grijs water gaat via een afvoersysteem van Technicomar schoon overboord. Vanzelfsprekend is de energie voor het De Waal-roersysteem dubbel uitgevoerd. De voormachinekamer wordt beheerst door een tweede verticale thermische ketel en twee 1400 diameter 450 kW sterke kopschroeven van Verhaar om de pakweg 10.000 ton zware Lapresta als een veertje te doen afmeren.
Ladinggedeelte
In het dubbele casco staan ingezette tanks die bij verschillende temperaturen op hun fundatie kunnen schuiven en van een dik pak isolatie zijn voorzien. De tanks hebben tankhoofden ofschoon deze niet gebruikt worden voor inspectie of schoonmaken, omdat de geïsoleerde leidingstraat in bedrijf niet toegankelijk is vanwege de hitte. Op het trunkdek zijn peilkokers om het eventuele condenswater op de dubbele bodem te meten. De gehele leidingstraat is op 20 atmosfeer druk uitgelegd.
Leidingen, ketels, flenzen en allerlei specifieke equipment zijn hiervoor kingsize uitgevoerd. Elke leiding heeft een expansiebocht. Bovendien zit het leidingsysteem ruim in de compensatoren. Naar elke leiding en afsluiter loopt een kleinere voor thermische olie.
Er zit geen geen slob in het proces< residu wordt terug in de tanks gepompt. De gehele leidingstraat, behoudens de manifolds en bediening van tankafsluitingen, is overkapt en geïsoleerd. De vijf Bornemann-pompen staan eveneens buiten de overkapping en zijn met isolatie ingepakt, evenals de twee restpompen waarmee de leidingen geleegd worden na lossen of laden.
Shipyard Trico
Verdient het werkproces op de Lapresta veel studie? “We zijn tijdens de gehele inbouw aan boord geweest, inmiddels kennen we de ins and outs”, aldus Hans Groot. “Er is een aansluiting voor het laden in Vlissingen en één voor te lossen in Antwerpen. Specifiek is de warmte. De rest komt overeen met een reguliere mineralentanker.”
Shipyard Trico is de uitdaging aangegaan voor de Lapresta. Het vergt lef om een dergelijk technisch en gecompliceerd project aan te pakken. En dan moeten ook de kennis en faciliteiten voorhanden zijn. De leidingstraat bijvoorbeeld is met onderscheidend materiaal professioneel geïnstalleerd. PSI en Trico Piping hebben hierin samengewerkt. Electric Marine Support installeerde de elektrische functies en sloot de apparatuur aan.
De proefvaart verliep naar behoren. Met 5.000 ton lading zette het schip 20,2 kilometer op de klok. Voordat het schip in de vaart gaat, dokt het bij Damen in Schiedam voor conservering van de huid, want deze bijzonder goed afgewerkte XXXL-maat moet er volgens de eigenaar perfect uitzien.
Kapitein worden op dit schip vraagt ervaring, betrouwbaarheid, inzet en teamwork. Behoudens een wisseling door pensioen en stageplaatsen werkt de crew al sinds 2005 samen. Richard en Marek zijn eveneens kapitein. Richards zoon is in de loop der jaren stuurman geworden. Stuurlui Slobodan en Gabor krijgen nu meer verantwoordelijkheid en zo de gelegenheid zich in te werken als 2e schipper. Petar en Michal hebben aangegeven stuurman aan dek te willen blijven.
Leerschip
Hans en zijn medewerkers zijn in dienst van Asphatrans Luxembourg en hebben zich bij de afbouw ingezet voor de indeling en technische uitvoering van het schip, in zeer prettige samenwerking met onder andere de techische dienst van kantoor en de toeleveranciers en de mensen van Trico. De Lapresta is gecertificeerd leerschip; Hans als leermeester. Hierdoor kan matroos Max verder worden opgeleid. Hans’ jongste dochter Maaike ging van het vmbo naar het STC, liep vijf jaar stage bij haar vader aan boord, is nu stuurman en loopt zich warm voor de rol van kapitein. In zijn vrije tijd is Hans actief met vrijwillige slachtofferhulp (SHN) en diende ook al vijftien jaar bij de vrijwillige brandweer.
De Binnenvaartkrant wenst bemanning en schip een behouden vaart!