Als je kijkt naar functionaliteit, uitvoering en uitstraling van de Prins 6, is het tussen de dertig werkschepen van Van den Herik ook een ‘prinses’. De Sliedrechtse firma, befaamd in waterbouwkundige oplossingen, tekende als opdrachtgever voor dit hybride kraanschip en gunde de realisatie vanaf de kiel aan Scheepswerf Poppen in Zwartsluis.
Aan boord draait het om de door PLM Cranes geleverde kraan, die voor de scheepsstabiliteit in de beun is verzonken. Op 17 meter ‘baggerbedrijf’ hijst hij 14 ton en bij het vieren van de last regenereert hij puur groene energie. Tijdens de bouw van deze Prins zorgde Bureau Veritas voor klasse van het casco en Register Holland voor de afbouw. Binnenkort volgt het Duitse Zone 2-certificaat.
Geïnteresseerd geraakt door een krantenartikel over het in 2016 bij Poppen gebouwde beun-/kraanschip Doris van de firma Lülsdorf, maakten DGA Arie Struijk en
directeur Isolde Struijk van Van den Herik een afspraak met Martin Poppen. Het werkschip Tertio moest worden vervangen door een nieuw kraanschip. De functies en uitvoering van het kraanschip Doris, voorzien van een bij het MARIN in Wageningen beproefd onderwaterschip, kwamen in aanmerking. Veel werd hetzelfde, maar de conventionele voortstuwing verviel en de 65 x 9,50 x 2,60 meter en 1.016 ton grote Prins 6 kreeg een groen karakter.
Gangboord als een trottoir
Na de geslaagde proefvaart ligt de Prins 6 bij PLM Cranes in Heijningen voor het plaatsen van de nieuwe elektrische draadkraan. We nemen de loopplank en worden verrast door een glad afgewerkt casco. Martin Poppen, directeur van de scheepswerf, is onze gids. Met zijbeunen van een dikke meter loopt het gangboord als een trottoir. Dekruimte is hier overal royaal. Een aluminium overzakbare stuurhut van Wessels uit Haren Ems boven op het roefdek. Het dekhuis loopt tot op de achterspiegel. Naast bolders in de boeiing zijn er ook twee op het roefdek binnen bereik van de stuurhut, die overigens ook door Wessels is betimmerd – evenals de verblijven.
In de machinekamer van het achterschip verzorgt Veth Propulsion de voortstuwing door een elektrisch aangedreven L-drive. “Slechts 150 kW energie uit de voormachinekamer zette tijdens de lege technische proefvaart al 14 kilometer snelheid op de klok! Uitstekend onderwaterschip”, aldus Martin Poppen. In totaal is er als voorstuwing 441 kW beschikbaar, plus een 283 kW sterke Veth-Jet stuurroosterboegschroef voor ondersteuning en manoeuvres. De pompkamer heeft zowel een dekingang als een ingang vanuit het verblijf. We stuiten op een spudpaal waar het kwaliteitslabel van Han Leeuwestein uit Dordrecht aanhangt. “14,50 meter onder het vlak uit. Achter één en voor twee van deze jongens”, meldt Poppen onverholen trots. “Leeuwestein levert duurzame kwaliteit werk. Zijn werk is zijn hobby.” De pompkamer heeft een zeer overzichtelijk, geheel gegalvaniseerd manifold. Het is er ruim en alles zit uitstekend in de verf. Er is gekozen voor een kunststof drinkwatertank die onderhoudsvrij is en tussen de ballasttanks is ingebouwd.
Kraan
Waarom een PLM-kraan, vragen we aan Bert Lenting, hoofd technische dienst van Van den Herik. “We wilden een elektrische. Er is nog zelden een volledig elektrische baggerkraan gebouwd en wij hadden er vertrouwen in dat PLM Cranes dat voor elkaar zou krijgen. Deze presteert 90 meter per minuut bij vollast van 14 ton. Hij is maximaal uitgelegd op 28 ton en dat is een krachtpatser aan boord. Niets is standaard en PLM bouwt precies zoals onze praktijk verlangt met accent op snelheid, stabiliteit en last but not least: de kraan is strijkbaar.” Bovendien heeft PLM jarenlange ervaring in het bouwen van kranen voor specifieke toepassingen.”
Hybride
De hybride uitvoering van de Prins 6 is het resultaat van samenwerking tussen Veth Propulsion, Koedood Dieselservice, Hybride Ship Propulsion (HSP) en Snijder Scheepselektro. Snijder verzorgde de elektrische installatie, sloot de apparatuur aan en installeerde het powermanagement. We tellen slechts twee dieselmotoren in dit systeem. Een 425 kVA Scania en een 753 kVA Mitsubishi-aggregaat. Deze generatoren kunnen zowel onafhankelijk van elkaar draaien als gezamenlijk. Hierin kan optimaal worden geschakeld tussen het benodigde vermogen. Zodoende wordt er nooit te veel energie geleverd. Twaalf tractieaccu’s met 2.200 Amp capaciteit / 21.30 AH bij twintig uur afname, maken via omvormers de havenset overbodig! De accu’s worden tijdens bedrijf door overtollige stroom gevoed.
Goed werk geleverd
Op het voordek vertelt onze gids nog dat “de voorboeiing kan worden weggenomen zodat er ook nog een tweede kraan aan boord kan rijden. Het voordek is ruim voldoende versterkt om hier een extra rupskraan te plaatsen. De ankerlier is onderdeks geïnstalleerd, waarmee een glad werkdek gecreëerd wordt.”
“Vanaf de tekening tot aan de oplevering hebben we er samen met de onderleveranciers, acht maanden aan gewerkt. Mijn achterneef en projectleider Johan Poppen met zijn team hebben supergoed werk geleverd!” De scheepswerf zit goed in het werk, maar volgens de vierde generatie Poppen vergeten ze nooit waarmee ze groot zijn geworden: reparatie!
Trots
De mannen van Van den Herik zijn trots op hun ijzersterk en functioneel schip met 12 millimeter kimmen, het dek van 14 millimeter en een 10 millimeter dikke beunvloer plus verdubbelingen aan het casco… alles van Hardox 400-staal! De schipper is Cor Gravendeel – al 25 jaar bij Van den Herik – en de machinist André Knulst – 38 jaar Van den Herik. Ze hebben hun eerste baggerklussen met de Prins 6 al aangenomen. Op de CO2-Prestatieladder staat het Sliedrechtse bedrijf op niveau 5, met de investering in dit schip onderschrijft Van den Herik het belang dat het hecht aan een lage CO2-uitstoot. Daarin hebben opdrachtgever en bouwer een goede klik, gegeven het feit dat Scheepswerf Poppen al sinds 2012 gecertificeerd is op niveau 3 van de Prestatieladder.
De doop van de Prins 6 vond plaats op 20 juli.