De overslag in de Rotterdamse haven is in 2011 met 0,8 procent toegenomen tot 433 miljoen ton. Dit is 3 miljoen ton meer dan in het vorige recordjaar 2010.
Tegenover grote plussen staan ook flinke minnen, vertelde president-directeur Hans Smits vanochtend bij de presentatie van de cijfers. Er werd meer agribulk (+18%), kolen (+12%), overig droog massagoed (+7%), overig nat massagoed (+2%), containers (+10%), roll on/roll off (+4%) en overig stukgoed (+13%) behandeld. De overslag van ijzererts en schroot (-6%), ruwe olie (-8%) en minerale olieproducten (-6%) liep terug. De aanvoer groeide 0,8 procent tot 308 miljoen ton, de afvoer 0,7 procent tot 126 miljoen ton.
De containeroverslag groeide met 6 procent naar bijna 12 miljoen TEU. (archieffoto MG Redacties)
“Ondanks de tegenvallende economie en de sinds november weggevallen groei van de overslag in de haven, is het de negende keer in tien jaar dat we groei kunnen noteren", aldus Hans Smits. "Dit demonstreert het belang van continu investeren in capaciteit en nieuwe activiteiten zoals de opslag van LNG en de productie van bioethanol."
De hoogste baas van van het Havenbedrijf Rotterdam vervolgt: "De grootste groeiers waren de overslag van containers, kolen en agribulk. De overslag in de haven is sterk gerelateerd aan de ontwikkeling van de, relevante, wereldhandel en de Duitse industriële productie. Op basis daarvan verwachten we volgend jaar het huidige niveau vast te kunnen houden. Ik ga er daarbij van uit dat wij in de tweede helft van het jaar de Europese vertrouwenscrisis achter de rug hebben. Bedrijfsleven en Havenbedrijf gaan door met investeren zoals in Maasvlakte 2, containerterminals en tankterminals, want wij verwachten ook vanaf 2013 weer een redelijke groei."
Duitse atoomcentrales dicht: meer cokes
De totale behandelde hoeveelheid droog massagoed nam toe met 3 procent en komt uit op 87 miljoen ton. De hoeveelheid kolen steeg met 12 procent naar 27 miljoen ton. Door de sluiting van hoogovens daalde de vraag naar cokeskolen, maar door mijnsluitingen daalde het Duitse aanbod sterker. De vraag naar energiekolen (60 procent van het Rotterdamse totaal) bleef de eerste negen maanden onder verwachting doordat Duitsland veel wind- en zonne-energie en atoomenergie uit Frankrijk en Tsjechië gebruikte. Na het besluit de Duitse atoomcentrales af te koppelen, nam de vraag naar kolen snel en sterk toe. Voor volgend jaar wordt een stabilisatie van de kolenoverslag verwacht.
Overslag erts daalt verder
De overslag van ertsen en schroot liep met 6 procent terug tot 38 miljoen ton. In het eerste halfjaar was de aanvoer matig door het interen op voorraden uit 2010. De afvoer naar het achterland lag wel op normaal niveau. In de tweede helft van het jaar werd de staalproductie teruggeschroefd, inclusief sluiting van hoogovens in Luik, Florange en Eisenhüttenstadt.
Het Havenbedrijf voorziet een verdere vermindering. In 2012 daalt deze productgroep verder naar 32 mijleon ton, voorspelde Smits. Een gevolg van de overcapaciteit en lagere vraag (door de economische recessie).
Het overig droog massagoed (mineralen, ertsconcentraten, bouwmaterialen) groeide met 7 procent tot 13 miljoen ton. De belangrijkste gebruikers in dit segment, de chemische en de metaalindustrie hielden de productie op een hoog niveau. De derde grote afnemer, de bouwsector, bleef zwak.
Strooizout
De overslag van biomassa nam met enkele honderdduizenden tonnen toe. Rotterdam heeft nu een aandeel van ongeveer 30 procent in de West-Europese import van houtpellets. Er werd in 2011 uitzonderlijk veel (strooi)zout geïmporteerd. Het ging om anderhalf miljoen ton. Dat zout werd extra aangevoerd omdat Rijkswaterstaat en gemeenten voorbereid willen zijn op weer een strenge winter.
De overslag van agribulk (granen, oliezaden, derivaten) nam toe met 18 procent en kwam uit op 10 miljoen ton. Door de tegenvallende Europese oogst van raapzaad en tarwe, in combinatie met een Russisch exportverbod in het eerste halfjaar, nam de import over zee toe. De tijdelijke verlaging van importtarieven op voedergranen droeg eveneens hieraan bij.
Belangrijk was ook de start van de bioethanolfabriek van Abengoa, waarvoor alleen al over zee ongeveer 600.000 ton granen werd aangevoerd. Een onbekende hoeveelheid kwam per trein uit het Europese achterland.
Minder vraag naar nat massagoed
Het overgeslagen volume nat massagoed daalde met 6 procent tot 179 miljoen ton. De aanvoer van ruwe olie nam af met 8 procent tot 92 miljoen ton. De raffinageproductie is laag door de hoge olieprijzen en de lage vraag naar producten in Noordwest-Europa. Door de geringe tot negatieve raffinagemarge is een deel van het groot onderhoud naar dit jaar getrokken. Hierdoor viel de import naar een historisch laag niveau.
De aanvoer van olieproducten kromp met 3 procent tot 42 miljoen ton, de afvoer met 10 procent tot 31 mln. ton. In totaal werd 73 miljoen ton (-6%) behandeld.
De daling is vooral toe te schrijven aan het, relatief uniek, vrijkomen van drijvende opslag in 2010. Dit betrof veel gasolie/diesel. De aanvoer van stookolie, het in volume grootste product, steeg licht. Daarentegen daalde de import van kerosine, evenals de export van benzine.
De overslag van overig nat massagoed nam licht toe, met 1 procent tot 32 miljoen ton. De Europese chemie groeide licht, met een afname aan het eind van het jaar. In de sector (bulk)chemicaliën werd meer methanol behandeld, zowel inkomend als uitgaand. De import van palmolie liep iets terug door de hoge prijzen. De import van raap- en koolzaadolie (uit Frankrijk en Canada) nam toe, door de tegenvallende oogst in Duitsland. De overslag van biobrandstoffen nam af, vooral door de teruggelopen Braziliaanse productie van bioethanol.
Containers
De behandeling van containers groeide in gewicht met 10 procent ten opzichte van vorig jaar. De groei in TEU’s was ruim 6 procent tot 11,9 miljoen TEU. Rotterdam bouwde zijn positie in de kwantitatief grootste handelsstroom, die tussen Europa en Azië, verder uit. Op dit traject worden steeds meer schepen van 10.000 tot 15.000 TEU ingezet, die hier gemakkelijker terecht kunnen dan bij de concurrenten. Ook de direct aan de diepzeeschepen gekoppelde ‘transhipment’, vooral die op het Baltisch gebied, bleef het goed doen. De overslag van shortsea groeide licht.
De roll-on / roll-off sector in Rotterdam is vrijwel geheel gericht op de Britse markt waar de economie bescheiden groeit. Dit beperkt de groei van de veerdiensten tot 4 procent en een overslag van krap 18 miljoen ton.
Het overig stukgoed blijft groeien,dit jaar met 13 procent. De 8 miljoen ton lading bestaat uit de groeiproducten staal, metalen (aluminium, koper et cetera) en projectlading, alsmede uit papier- en houtproducten, auto’s en fruit. Het laatstgenoemde product wordt inmiddels voor het grootste deel in containers aangevoerd.