“We hebben een bestaande minerale oliëntanker gekocht en die omgebouwd tot zuurtanker.” Kees Schelle van vof Duchesse zegt het alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Maar de ombouw van het mts Hazard naar het mts Hardi had heel wat voeten in de aarde. De klus is uitgevoerd door De Gerlien van Tiem. Half maart arriveerde de Hazard bij de werf, eind september verliet de Hardi de werf in Druten.
De Hardi vaart voor Prayon tussen Ruisbroek en Engis. Kees Schelle en zijn vrouw Claudia werken al jaren voor de Belgische chemiefabrikant.Ze zijn samen met Slokkers BV – ook al lange tijd een vaste partner – eigenaar van de Hardi.
“We draaien helemaal mee in het logistieke verhaal van de verlader. We zijn helemaal verweven met het productieproces van de fabriek. De tijdsplanning luistert nauw; als wij wegvallen is er een probleem met de productie.”
“Ons andere schip, de Duchesse, vaart al zo’n vijftien jaar met die producten rond. De Hardi is een verbeterde versie en ook een stuk groter”, vertelt Schelle.
Hij gaat er zelf mee varen, samen met zijn vrouw. “Ik kan niet wachten.” Datzelfde geldt voor hun zoon Michiel, met wie Kees en Claudia om en om varen.
Driedubbelwandig
Er was geen bestaand schip dat voldeed aan de eisen om met de zuren te varen. “Dus hebben we het zelf gerealiseerd”, aldus Schelle. “Dit schip is uniek.”
De keuze van de scheepsnaam was niet moeilijk. “Die zat al in de familie. Mijn grootvader en mijn vader hebben met een Hardi gevaren. En ik zelf ook, vóór de Duchesse.”
De Hazard, in 2003 gebouwd door De Kaap in Meppel, is onherkenbaar. De afmetingen zijn nog hetzelfde – 110 meter lang en 11,40 meter breed – en de machinekamer was nog uitstekend orde. Maar verder is zowat alles vervangen.
De negen tanks maakten plaats voor vijf nieuwe. “Die zijn zelf enkelwandig maar kwamen binnenin de dubbele wand, zodat we nu in feite driedubbelwandig zijn. Dat kon doordat de tanks kleiner zijn, aangezien de zuren die wij vervoeren een hoger soortelijk gewicht hebben dan olie.”
“Daar moesten de tanks wel op berekend zijn. Ze zijn geleverd door Van der Zalm Metaalindustrie. Muehlhan heeft de coating gedaan.”
Het laadvermogen is nauwelijks veranderd: van 2.860 naar 2.680 ton.
Kunststof
Doordat metaal niet bestand is tegen de lading – zelfs rvs 316 niet – is vrijwel alles in kunststof uitgevoerd: de pompen (van EPS), leidingen (Van Rombouts Kunststoftechniek), overdrukventielen, kranen, tot en met de trappen in de tanks.
“Dat is ongewoon en zodoende was de grootste uitdaging om toestemming te krijgen van de klasse. Voor alles moesten we een uitzondering verkrijgen. Lloyd’s Register dacht daarover constructief met ons mee, gelukkig. Daar hebben we behoorlijk prettig mee gewerkt.”
De tanks kunnen meerdere partijen separaat laden. “Drie tegelijk. In de praktijk laden en lossen we tegelijkertijd. Anders dus dan bij gewone tankers. Dat scheelt tijd.”
