Haar maatje [Vareling]

De schippersvrouw hanteert de stofzuiger en kijkt een beetje boos naar de grote hond. Overal liggen haren en bijna struikelt ze over een harde bal. De grote hond kijkt naar haar alsof hij elk woord verstaat nu ze op hem moppert. Een beetje beledigd trekt hij zich terug onder de tafel. Hij kan immers de boel niet zelf opruimen. Ver gaat hij echter niet bij haar vandaan want hij moet haar nauwlettend in het oog kunnen blijven houden. Zoals hij altijd doet. In ieder geval als het vrouwtje gewoon aan boord is.
Na gedane arbeid gaat de schippersvrouw op de bank zitten en ze bladert wat in een tijdschrift. Ze zegt tegen het dier dat hij nu wel braaf is, waarop de hond knipoogt alsof hij het met haar eens is. Als de schippersvrouw zegt dat ze wat lekkers voor hem zal meenemen morgen, knipoogt hij weer.
De vrouw vraagt zich af of de hond haar echt verstaat. Want zo lijkt het toch wel soms. Of hij echt alles verstaat zal ze natuurlijk nooit te weten komen, want honden kunnen nu eenmaal niet praten. Helaas. Als ze aankondigt een appeltje te willen gaan eten, komt de hond weer overeind en loopt hij achter haar aan de keuken in. Dat woord kent hij heel goed en verwachtingsvol gaat hij naast haar zitten, want hij weet dat er een hoop schillen voor hem af zullen vallen.
De vrouw kijkt naar het dier dat haar zo trouw aankijkt en het is bijna of ze de hondenliefde lichamelijk voelen kan. Ze aait de grote kop en geeft een klopje op de flank. Ja, zij is zeer gesteld op hem. Want waar zij gaat, gaat ook de hond die haar volgt naar de stuurhut en weer terug. Dag na dag. Het is druk geweest de laatste tijd en vanavond zal het weer laat worden. Ze brengt de schipper een dikke appel en kondigt aan dat ze een uurtje pauze gaat houden. Ze kan nu immers wel gemist worden. De schippersvrouw gaat op de bank liggen. Haar maatje houdt hier wel van want zo kan het grote dier tegen de bank aan vlak naast het vrouwtje liggen. Ze gaat met een hand door de vacht van de hond en het dier slaakt een diepe zucht van tevredenheid. En op het gebrom van de motor slapen beiden in. De vrouw en haar maatje.