Met ingang van1 juli worden alle containers die in Rotterdam aan boord van een zeeschip gaan, verplicht gewogen. Deze verplichting komt voort uit de wereldwijd ingevoerde SOLAS-conventie (Safety Of Life At Sea). Voor Nederland is deze onder meer opgenomen in de Schepenwet. Onder deze regelgeving is de verlader van gecontaineriseerde lading bij een exportcontainerzending het brutogewicht van de container vast te stellen. Deze Verified Gross Mass (VGM) kan gebeuren met twee wettelijk toegestane methodes: fysieke weging of geverifieerde administratieve berekening.
“Bij de belading van het schip wordt in het stuwplan rekening gehouden met de gewichten van de containers en deze moeten dan ook gewoon kloppen”, stelt de VRC, de Rotterdamse vereniging van cargadoors. “Dit betekent in de praktijk dat de betrokken partijen – verlader, expediteur, cargadoor en terminal – data met elkaar moeten delen en elkaar informeren.”
Het doel van de weegplicht is het voorkomen dat de stabiliteit van zeeschepen in gevaar komt, de stapels containers aan boord te zwaar zijn of de containersjorringen het begeven. Dergelijke situaties zouden kunnen ontstaan doordat de werkelijke gewichten van containers die aan boord geplaatst zijn niet overeenkomen met de in de scheepsdocumenten door de verlader opgegeven bruto gewichten.
Lege container
In een bijeenkomst bleek vorige week dat er binnen de keten overeenstemming over bestaat dat een correct VGM inclusief het gewicht van de lege container is. De verlader kan dit vaststellen via de data die op de containerdeur vermeld staan. De cargadoor moet de informatie krijgen van de verlader (genoemd in het cognossement) of het bedrijf dat de container op het zeeschip boekt (meestal een expediteur). De wijze waarop het VGM-bericht wordt aangeleverd (fax, EDI-bericht of anders) mogen partijen zelf bepalen.
Laadgegevens
De cargadoors willen de informatie tijdig ontvangen “teneinde het logistieke proces niet te hinderen… Dit betekent dat de VGM-gegevens ruim van te voren moeten worden gemeld aan de cargadoor. Immers niet alleen moeten de laadgegevens verzameld worden, er moet ook een planning gemaakt worden door de cargadoor en de terminal. Daarnaast moet er voldoende tijd zijn om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen, zowel op mondiaal niveau als ten behoeve van de Nederlandse overheid. Ook de klant moet er zeker van zijn dat zijn container aan boord kan en niet op de kade achterblijft omdat het VGM niet beschikbaar is.”
Geen VGM? Dan geen belading
Containers waarvan het gewicht niet gewogen of berekend is mogen vanaf juli 2016 niet meer mee. Ook kunnen containers die weliswaar gewogen zijn of waarvan het gewicht berekend is worden geweigerd aan boord als blijkt dat het opgegeven gewicht significant afwijkt van het werkelijke gewicht.
Volgens de VRC zijn alle partijen het erover eens dat de VGM voor deepsea containervaart minimaal 24 uur vóór aankomst van het te beladen schip bekend dient te zijn bij de cargadoor. “De terminals treden, voor wat betreft de belading van exportcontainers, aan boord van zeeschepen op als dienstverlener voor de cargadoor. Ten aanzien van de opgave en juistheid van de VGM vertrouwen zij op de informatie die ze van hem ontvangen. Indien de terminal niet beschikt over VGM informatie, dan zal de container conform het SOLAS verdrag niet aan boord van het schip worden geladen.”
De terminals zijn niet wettelijk verplicht om containers te wegen indien er geen VGM bekend is. Ze kunnen dit wel als service afspreken met individuele cargadoors.