Om de veiligheid van passagiers te waarborgen, moet de bruine vloot professionaliseren. Dat schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van het onderzoek ‘Mastbreuk Harlingen’. Bij de commerciële groei van de afgelopen decennia is een achterstand opgebouwd in kennis en kunde over veilig onderhoud van deze bijzondere schepen. Ook de certificering en het toezicht op de bruine vloot is onvoldoende: keuringsinstanties houden zich niet aan de wettelijke voorschriften en toezicht vanuit de Inspectie Leefomgeving en Transport ontbreekt.
De mast van het historische zeilschip Amicitia brak af doordat deze grotendeels was doorgerot. Uit het onderzoek van de Raad blijkt dat een aangebrachte stalen beschermplaat en een eerdere reparatie aan de mast ervoor zorgden dat water de mast binnen kon dringen maar vervolgens niet meer weg kon. Zowel de schipper, zijn onderhoudspersoneel als keuringsinstanties hebben niet gezien dat de mast in vier jaar tijd inwaterde en van binnenuit doorrotte. Op 21 augustus 2016 brak de mast onverwachts af bij het binnenvaren van de haven van Harlingen. Hierbij kwamen drie mensen om het leven.
Gebrek aan deskundigheid
Het is algemeen bekend dat in een houten mast houtrot op kan treden. Ook is het normaal dat in houten masten scheuren ontstaan door de natuurlijke droging en krimp van het hout. Deze scheuren zijn ongevaarlijk, mits ze goed onderhouden worden en de mast regelmatig wordt gecontroleerd. Voor het goed onderhouden en repareren van houten masten is echter specialistische kennis nodig, die vaak ontbreekt bij schippers en onderhoudsmedewerkers, stelt de Onderzoeksraad.
“Er zijn in de bruinevlootsector geen specifieke opleidingseisen voor het onderhoud van historische schepen en vakkennis wordt niet geborgd. Het onderzoek toont aan dat de onderhoudstoestand van de Amicitia geen uitzonderlijke situatie betrof, het gebrek aan veiligheidskritische kennis en ter zake kundig onderhoud is een sectorbreed probleem.”
De Raad concludeert dat de commercialisering van de bruine vloot niet de benodigde professionalisering met zich heeft meegebracht ten aanzien van veiligheid. Van een sector waarbinnen jaarlijks duizenden passagiers worden vervoerd, verwacht de Onderzoeksraad een minimaal kennisniveau om de veiligheid van passagiers te kunnen waarborgen.
Overgangsbepalingen
De mast van de Amicitia was in 2012 voor het laatst gekeurd. Hierbij werd ten onrechte een certificaat afgegeven voor zes jaar, terwijl dit wettelijk gezien maar 2,5 jaar geldig had mogen zijn. Ook het communautair binnenvaartcertificaat bleek niet op de juiste wijze verstrekt.
Om ervoor te zorgen dat historische schepen kunnen blijven varen, is het mogelijk om hier overgangsbepalingen op toe te passen zodat niet aan alle (moderne) technische eisen voldaan hoeft te worden. Hierbij moet wel worden aangetoond dat deze bepalingen “geen klaarblijkelijk gevaar” opleveren.
“Bij de Amicitia werden echter alle 329 mogelijke overgangsbepalingen toegekend, zonder dat werd gekeken of deze van werkelijk toepassing waren op het schip en zonder dat onderzocht werd of deze gevaar opleverden. Dit gebeurt vrijwel standaard en daarmee is de bruine vloot een blinde vlek in de certificering en het toezicht. Overigens ontbreekt ook bij geaccrediteerde keuringsinstanties vaak specifieke kennis van historische schepen en veilig onderhoud.” Aldus de onderzoekers.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt namens de overheid toezicht op keuringsinstanties en voert steekproefsgewijs controles uit op schepen. Maar niet bij (historische) zeilschepen. Vanwege capaciteitsgebrek, kennisachterstand en de wens voor een terugtrekkende overheid, blijft overheidstoezicht en handhaving hier achterwege. “Doordat de verantwoordelijkheden herhaaldelijk zijn gemandateerd, is een complex systeem ontstaan waarmee de minister van Infrastructuur en Milieu het onafhankelijk toezicht niet op betrouwbare wijze kan waarmaken.”
De Onderzoeksraad heeft een video gemaakt over het ongeval en het rapport:
Verantwoordelijkheid nemen
Om de veiligheid van de passagiers te garanderen, is het van groot belang dat de sector een professionele standaard ontwikkelt die aansluit bij het commerciële karakter van de branche, adviseert de Raad. Hij beveelt schippers en de vereniging voor beroepschartervaart BBZ daarom aan om kennis verder te ontwikkelen en branchenormen op te stellen.
Geaccrediteerde keuringsinstanties moeten hun verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de certificeringen en het correct toepassen van de wet. Verder krijgen zij de aanbeveling om alle communautaire binnenvaartcertificaten te controleren en een herinspectie uit te voeren op houten masten die langer dan 2,5 jaar geleden gekeurd zijn.
Aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister van Economische Zaken beveelt de Raad aan zich te beraden op het overheidstoezicht op de bruinevlootsector en te zorgen voor afstemming tussen de betrokken ministeries.
foto boven: Analyse van de afgebroken mast. (foto Onderzoeksraad voor de Veiligheid)