Hij was in 2012 de eerste die een tanker van het gloednieuwe scheepstype Sunrise bestelde bij GS Yard – toen nog Groningen Shipyard geheten. En onlangs nam eigenaar Christian Büchting van Tank- und Frachtschifffahrt C. Burmester uit het Luxemburgse Roedt zijn vierde Sunrisetanker in gebruik: de Burmester 100.
Daarmee telt de vloot van Burmester nu twaalf schepen, allemaal binnenvaarttankers. Deze omvang is echter kortstondig, aangezien de rederij volgend jaar afscheid neemt van de laatste zes enkelwandige tankers. Wel komt er nog een vijfde Sunrisetanker bij, zodat de teller naar alle waarschijnlijkheid eind 2019 op zeven tankschepen staat.
Laatste loodjes
In het stuurhuis, waar de aimabele Büchting zijn bezoek ontvangt, klinken tijdens het interview regelmatig alarmbellen. Er wordt – in de laatste dagen voor de overdracht – volop getest. Mensen van de werf, onderaannemers en de inspecteur van classificatiebureau Lloyds… Iedereen is aan boord druk doende met de laatste loodjes.
De proefvaart is inmiddels al even achter de rug. “Die verliep prima. Zoals te doen gebruikelijk waren er enkele kleinigheidjes die aangepast moesten worden”, vertelt Büchting. Het is de bedoeling dat het schip enkele dagen na het interview vertrekt naar Lingen om te gaan laden voor de maidentrip met vooralsnog onbekende bestemming.
Kanaalvaart
De vraag of de Sunrise-tankers goed bevallen, is een vraag naar de bekende weg. Niet voor niets bestelde hij voor de vierde keer een tanker van dit type: “Wij zijn uitermate tevreden over de kwaliteiten van dit scheepstype. Zowel verbruik als tonnage zijn gunstiger dan bij tankers van vergelijkbare omvang.”
Dat formaat is 85 bij 9,60 meter. Grotere schepen wil Büchting niet: “Wij zijn veelal actief in de kanaalvaart. Ook dit schip gaat voor bevrachter TankMatch varen met vooral minerale oliën van BP en Shell.”
“Ons vaargebied is en blijft naast de Rijnregio met name de Noord-Duitse kanalen tot aan Berlijn en Maagdenburg.”
Burmester 100
Na de reguliere dubbelwandige tankers Christoph Burmester en Tom Burmester – ook gebouwd bij Groningen Shipyard – en de Sunrisetankers Georg Burmester, Nicole Burmester en Lotti Burmester draagt dit schip de naam Burmester 100.
Na louter schepen met voor- en achternaam nu een genummerd exemplaar; voor die stijlbreuk in naamgeving bestaat een zeer logische verklaring, die de stevige band tussen de rederij en scheepswerf GS Yard onderstreept: de Burmester 100 is het jubileumschip van de werf. Het is het honderdste schip dat er in exact tien jaar tijd is gebouwd.
De tewaterlating van het casco vond eind juni plaats, op de dag van het jaarlijkse Zomerfeest van GS Yard waar in aanwezigheid van vele bekenden en relaties uitvoerig werd stilgestaan bij het jubileum van de werf. Deze mijlpaal was voor Büchting bijzonder genoeg om het als blijvende herinnering op de boeg van de tanker te laten prijken.
Het blijft overigens bij een eenmalig ‘uitstapje’: het volgende nieuwbouwproject – wederom een Sunrisetanker van 85 bij 9,60 meter, die komende winter wordt gebouwd bij GS Yard – gaat varen onder de naam Katharina Burmester.
Details
De Burmester 100 verschilt in weinig van de voorgangers. “Ten opzichte van de Lotti Burmester praat je enkel over verschillen in details”, vertelt Büchting, die destijds als eerste koper nauw was betrokken bij de ontwikkeling van dit schip.
Naast de uitstekende prestaties in verbruik en tonnage, hebben de Sunrisetankers nog enkele sterke punten. Zo is het schip voorzien van dubbele aandrijving door twee relatief kleine en lichte Volvo Penta D13-motoren van slechts 450 pk per stuk.
De voortstuwing vindt plaats door twee schroeven met een diameter van slechts 1,30 meter, waardoor het schip beter uit de voeten kan en meer vracht kan vervoeren bij laag water.
Kapitein op de Burmester 100 wordt Gines Börchers, die tot voor kort het bevel voerde op de Georg Burmester. Hij vaart sinds zevenenhalf jaar met veel plezier voor C. Burmester, zowel vanwege de prima verstandhouding met zijn werkgever als vanwege het prettige varen op de Sunrisetankers. “Het vaargedrag is uitstekend, dit type schip is heel goed te manoeuvreren”, vertelt hij.
Indeling
Ten opzichte van de Georg Burmester ziet hij wel wat kleine veranderingen: “Sinds 2012 is de techniek uiteraard wat vooruit gegaan. Ook deden we zelf op basis van ervaringen en voortschrijdende inzichten enkele aanpassingen. Onder meer aan de indeling van de machinekamer en de kapiteinswoning.”
“Ik zie ernaar uit om te gaan varen op de Burmester 100, want het is natuurlijk altijd mooi om op een splinternieuw schip te stappen.”