Time is Money, de allerlaatste parlevinker, zo heet het vandaag verschenen boek over de familie Van Hooren die 77 jaar als parlevinker op de Maas voer, met als thuishaven Belfeld. Drie generaties die de scheepvaart van eten voorzagen – en veel meer. Een boek over hun avonturen en die van hun trouwe Time is Money.
Wim van Hooren was de laatste parlevinker van Europa. Hij begon zijn loopbaan in dienst van zijn vader in 1964. In 2008 maakte hij zijn laatste tochtje. Maar de geschiedenis begint met zijn opa Willem, die door het idee van Jan van Hooren, de vader van Wim, in 1930 een parlevinker kocht voor 400 gulden.
Meer schepen op de Maas
De opkomst van de scheepvaart op de Maas door het kolenvervoer bood de kans voor Van Hooren als parlevinker te starten. Na de teloorgang van de kolen en het einde van de oorlog zat de zand- en grindvaart stevig in de lift. In 1964, op 16-jarige leeftijd, ging Wim bij zijn vader werken, nadat het varen er vanaf zijn geboorte met de paplepel ingegoten was.
Ze voorzagen schippers niet alleen van levensmiddelen, maar ook van ankers, sigaren en scheepstoebehoren. De parlevinker bracht zo nodig als een soort taxi ook mensen en kinderen aan boord van de passerende schepen. Hij haalde ook overleden mensen met de dokter van boord. De sociale functie was breed.
De nodige grappen, anekdotes en grollen komen aan bod in het boek. Zoals een schipper die biggetjes aan boord had, die hij in het ruim van de sleepkempenaar slachtte als ze vet waren. Zo zorgde hij voor zijn eigen vers vlees.
Hard bestaan
Ook het harde bestaan en de lange dagen van de parlevinker komen aan bod. Dagelijks meerdere keren goederen aan boord sjouwen van het kleine bootje, dat later vervangen werd door een groter exemplaar. De inkoop van eieren, vlees en veel meer gebeurde bij de lokale middenstand. Al met al was hij dag in dag uit van vroeg tot laat aan het werk.
Koelkasten waren er vroeger niet. Evenmin als mobiele telefoon of marifoon. Schippers bestelden de parlevinker door hoornsignalen, lichtsignalen of zwaaien. De servcie aan boord scheelde uren stilliggen voor schippers; ze kochten vanuit het gangboord boodschappen.
De klad kwam in het parlevinken toen de auto’s aan boord kwamen en de mobiele telefoons. De schippersvrouw kon zelf snel en gemakkelijk boodschappen doen aan de wal. De vriezer en de koelkast maakten voor weken inkopen makkelijker. Door de schaalvergroting verdwenen er ook veel schepen op de Maas.
In de dertiger jaren waren er honderden parlevinkers. In 2008 nog maar één. Eigenlijk kon Wim van Hooren in die tijd nog net iets verdienen, door de goodwill en gunning van trouwe schippers.
Museumstuk
Wim van Hooren is inmiddels nog steeds de trotse, gepensioneerde schipper van de Time is Money, die sinds 2015 op de Museumwerf Vreeswijk te bezichtigen is. En op tal van evenementen waar Wim de inmiddels beroemde Limburgse vlaaien verkoopt. Helaas kon de presentatie van het boek op de Museumwerf niet doorgaan door Covid-19.
Maar op vrijdag 6 november vond de boekpresentatie van Time is Money, de allerlaatste parlevinker alsnog plaats. In kleine kring. Schrijver Jan Peeters overhandigde het eerste exemplaar aan oud-sluismeester Ad van Duinen van Sluis Belfeld. “Precies in de week dat het veertig jaar geleden is dat de parlevinker losraakte van de steiger en sluismeester Van Duinen de boot op spectaculaire wijze redde van de ondergang”, lichtte Wim van Hooren toe.
Het boek is te koop op www.deparlevinker.com.