De laatste tijd zijn er nogal wat verhalen in omloop over de navigatieverlichting aan boord van binnenvaartschepen. De eerste vraag die opkomt is welke schepen moeten voorzien zijn van navigatieverlichting en aan welke eisen die verlichting moet voldoen.
Op die vraag is een simpel antwoord mogelijk. Schepen die onder het RPR of het BPR vallen, moeten zijn voorzien van de gepaste navigatieverlichting. Het gaat om alle schepen met een maximale lengte van de romp (zonder het roer en de eventuele boegspriet) van 20 meter of meer. Maar ook schepen die andere kleine schepen mogen slepen, duwen of langszij gekoppeld mogen meevoeren, schepen die meer dan twaalf personen mogen vervoeren, veerponten en duwbakken.
Aan welke eisen moet de navigatieverlichting voldoen?
In het RPR zijn nu de eisen voor het keuren opgenomen in het Besluit Type goedkeuring Navigatielantaarns Rijnvaart 1990. In het BPR wordt naar deze voorschriften verwezen. Dat wil dus zeggen dat op alle waterwegen in Nederland dezelfde eisen van toepassing zijn.
In het besluit wordt gesteld dat de kleur en sterkte van navigatieverlichting moeten voldoen aan de door de CCR vastgestelde eisen. In deze eisen zijn de kleur en de sterkte alsmede de wijze van goedkeuring van de lantaarns zelf opgenomen. Deze eisen zijn laatstelijk vastgesteld bij resolutie van 26 april 1972 (protocol 1972-I-18).
In Nederland werden deze eisen in het Staatsblad gepubliceerd in 1983. Ze zijn daarna in 2003 gewijzigd naar aanleiding van een resolutie van 28 november 2002 van de CCR. Het betreft hier een aanpassing van de kleur en de sterkte van de lichten alsmede de goedkeuring van de navigatielantaarns. Die wijziging is op 1 januari 2004 in werking getreden.
De keuringseisen zijn terug te vinden in de Bijlage 2 van het besluit Typegoedkeuring Navigatielantaarns Rijnvaart 1990. Op deze keuringseisen kom ik later nog terug. De fabrikant van de navigatielantaarn en de lampen moeten de aanvraag voor een type goedkeuring indienen.
Hoe kan je zien of een lantaarn of een lamp aan boord mag worden gebruikt?
Dat kun je het beste vragen bij de instantie die deze apparatuur moet hebben goedgekeurd. Maar wie is dat? Je denkt hierbij in eerste instantie aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dat blijkt ook te kloppen, want er bestaat een ‘Aanwijzing bevoegde autoriteit type goedkeuring navigatielantaarns’. Hierin wordt de Vaarwegmarkeringsdienst als bevoegde autoriteit aangewezen. Een eventuele goedkeuring geeft de dienst door aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, waar de goedkeuring wordt opgenomen in de lijst met goedgekeurde lantaarns en lampen.
De lijst met goedgekeurde navigatielantaarns en lampen is te raadplegen op de site van de CCR, maar alleen in het Frans of het Duits: www.CCR-ZKR.org en dan onder documenten die gedownload kunnen worden. Op de lantaarn zelf en ook op de gloeilamp moet een ankertje staan vermeld. Alleen dan mag hij worden gebruikt op binnenvaartschepen.
De aanwijzing van de bevoegde autoriteit dateert echter van 7 mei 1997 en sinds die tijd is er zoals we weten bij V&W het een en ander veranderd. Daarom heb ik maar eens op internet gezocht. Op www.overheid.nl is onder ‘navigatielantaarns’ het indienadres te vinden. Hier wordt echter de Inspectie Verkeer en Waterstaat, TE Binnenvaart genoemd, maar direct daarachter staat vermeld: “niet gebruiken”.
Er staat ook een – algemeen – telefoonnummer: 088 489 00 00. Dat maar eens gebeld. Je krijgt na een ellenlang keuzemenu eindelijk een allervriendelijkste telefoniste aan de lijn, die echter geen idee heeft waarover het gaat. Na acht minuten in de wacht krijg je iemand die kennelijk alleen maar afspraken maakt, maar wel zo vriendelijk is om het uit te zoeken.
En ja hoor, na ongeveer een uurtje of twee komt er antwoord: De aanvraag moet niet bij IVW, TE Binnenvaart, maar bij de Vaarwegmarkeringsdienst worden ingediend. Zij hebben dus ook de aanwijzing gelezen. We zijn terug bij af.
Dan maar een e-mail aan het ministerie gezonden. Een bevestigingsmail belooft dat er binnen twee dagen antwoord komt. Na twee weken is die nog niet binnen.
De volgende stap is naar een leverancier van navigatieverlichting. Het blijkt dat ze daar weten waar we moeten zijn voor de goedkeuring. Dat is het Nederlands Meet Instituut in Delft. Maar bij navraag daar weten ze alleen te vertellen dat ze wel de lichtsterkte kunnen meten, maar niet zijn aangewezen. Ze heten nu overigens VSL.
(Klaas den Braven)