Gerard Hendriks stopt ermee. De havenmeester van Nijmegen gaat na 21 jaar met pensioen. In een terugblik op zijn carrière vertelt hij onder meer waarom de cruiseschepen zo belangrijk zijn voor de stad.
Op zijn 16e kwam Gerard Hendriks bij de grensexpediteurs te werken. Als controleur op de invoer van goederen. “In een tijd dat de steigers van Lobith-Tolkamer nog lekker vol lagen.” Na vier jaar op de wal kwam hij op de ‘doorvaartboot’ terecht, zoals dat toen heette. Dat douanewerk ging de andere kant op, richting Duitsland. Nadat in 1992 de grenzen opengingen, bleven nog wat douaneformaliteiten over. Voor een bedrijf dat handelde in taxfree-artikelen. “Toen werd ik schipper op de pakketboot. Dat werk heb ik tot eind 2002 gedaan.”
“Door een belastingmaatregel uit Brussel werd de hele toko gesloten. Na een week thuis te hebben gezeten kwam ik via een uitzendbureau op Verkeerspost Nijmegen terecht. In 2004 kreeg ik een tip dat de toenmalige havenmeester van Nijmegen minder wilde werken. Of ik dan twee dagen van hem wilde overnemen. Het jaar daarop ging hij met pensioen en ging ik vijf dagen werken.”
Loslaten
Nu gaat Hendriks zelf met pensioen. Kijkt hij daar tegenop? “Na 51 jaar werken op het water zou je moeten zeggen dat het goed geweest is. Ik had dit werk nog wel een tijdje kunnen doen, maar je moet een keer ophouden hè?”
Nu hij zijn vakantiedagen aan het opmaken is, merkt hij dat hij het werk van havenmeester redelijk kan loslaten. Een maand is hij inmiddels thuis. Op 6 mei zwaait hij officieel af. “Het valt me niet tegen. In die 21 jaar als havenmeester zijn een hoop leuke dingen tot stand gekomen. Inmiddels is er al een aantal jaren een samenwerking tussen de havendiensten van Nijmegen en Arnhem. De havenmeesters zijn inzetbaar in beide havens en werken met één systeem voor scheepsregistratie in de havens.” “Helaas is er op dit moment vanwege ziektes en mijn pensionering een personeelstekort. Maar op korte termijn zullen beide havendiensten weer goed bemand zijn met een nieuwe structuur en nieuwe mensen. Waardoor de dienstverlening richting binnenvaart, cruisevaart en pleziervaart gewaarborgd blijft.”
Passagiersschepen
“Mijn doel is altijd geweest om zoveel mogelijk passagierschepen naar Nijmegen te krijgen. Vanwege de inkomsten voor de haven en de gemeente. Om de oudste stad van Nederland op de kaart te zetten.”
Het is qua planning een heel geregel om arriverende cruiseschepen een plekje aan de kade te geven, als de andere passagierschepen weer vertrokken zijn. Vooral doordat Nijmegen het nodige werk van Arnhem moest overnemen – vanwege alle herstelwerkzaamheden aan de kades aldaar.
“Ze zijn daar nog steeds bezig. Dat is gigantisch uitgelopen. Dus hebben ze alle rederijen te kennen gegeven dat ze niet in Arnhem terechtkonden. Alle schepen moesten naar onze stad.”
Aanvaring
Het geluk bij het ongeluk was dat deze oplossing wel een eenvoudiger route voor de cruisevaart biedt. Vanuit Nijmegen vaar je zo rechttoe rechtaan naar Keulen.
Maar ook op dit traject loopt soms niet alles gesmeerd, zo herinnert zich Hendriks. “Wat me heel erg is bijgebleven, is een grote aanvaring, nog vóór coronatijd. Tussen een cruiseschip en een binnenvaartschip. Dat gebeurde ’s nachts. Pal voor de stad. Een kop-op-kop-aanvaring. Ze dachten dat de cruiser zou zinken. Dus die hebben ze tussen de pijlers van de spoorbrug aan de grond gezet. De passagiers werden geëvacueerd en opgevangen in het Nijmeegse stadshuis.”
“Daarna zijn ze op een ander schip gewoon vrolijk verder gevaren. Ze beseften niet wat er had kunnen gebeuren. Aan de ene kant was dat wel goed. Er waren maar een of twee echtparen die niet meer verder wilden.”
De inzet van Nijmegen werd door de Zwitserse rederij erg gewaardeerd. Grote dozen met chocola werden rond Pasen naar de Waalstad gestuurd.