Een schipper hoeft de boete niet te betalen die hij op 24 december 2015 kreeg, omdat hij weigerde zijn vaartijdenboek aan een medewerker van Rijkswaterstaat te laten zien. Na zeven jaar haalde hij zijn gelijk bij het gerechtshof in Den Bosch.
Op die bewuste dag voer de schipper de sluis bij Heel binnen. Tijdens het schutten kreeg hij bezoek van een medewerker van Rijkswaterstaat. De beambte wilde het vaartijdenboek inzien. De schipper gaf dat echter niet en verklaarde dat hij de gegevens van die dag nog moest invullen. Op een tweede verzoek kreeg de RWS’er wederom nul op het rekest. Daarop legde hij de schipper een boete op voor overtreding van de Binnenvaartwet.
Licht vergrijp
De schipper was het daarmee niet eens en vocht de boete aan bij de politierechter in Roermond. Die gaf de RWS-medewerker gelijk en veroordeelde de schipper tot het betalen van een boete van 200 euro.
Die stapte vervolgens naar het gerechtshof in Den Bosch en kreeg daar in hoger beroep alsnog gelijk. Het gerechtshof bepaalde dat de schipper wel degelijk in strijd had gehandeld met de Binnenvaartwet. Hij had de papieren gewoon moeten tonen. Maar volgens diezelfde wet is het niet afgeven van het Vaartijdenboek slechts een licht vergrijp. Het wordt pas strafbaar indien sprake is van een gevaar voor de openbare veiligheid. Dat was in dit geval niet aan de orde, oordeelde het college van rechters.
aanvulling (13 januari):
De boete was gegeven op basis van het strafrecht. Dat was volgens het gerechtshof onterecht. Aangezien er geen gevaarlijke situatie was ontstaan, had het moeten gebeuren op basis van het bestuursrecht. De schipper werd daarom nu ontslagen van rechtsvervolging.
Geen vrijspraak maar ontslag van rechtsvervolging. Zie https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:GHSHE:2022:4569
Dus wel bewezen ook strafbaar maar op een andere manier namelijk met een bestuurlijke boete.