In de haven van Rotterdam is in de eerste zes maanden van dit jaar 218,9 miljoen ton overgeslagen. Dat is 9,1 procent minder dan in het eerste halfjaar van 2019. De oorzaak ligt voor de hand: de coronacrisis. De daling is minder sterk dan werd gevreesd. In april ging het Havenbedrijf Rotterdam er nog vanuit dat de teruggang over heel 2020 uit zou kunnen komen op 20 procent.
“Ondanks de ontwrichtende impact van de COVID-19 pandemie op economie, productie en logistiek, bleef de Rotterdamse haven 100 procent operationeel”, concludeert Havenbedrijf Rotterdam. Dat heeft, mede op verzoek van de rijksoverheid, geïnventariseerd welke investeringsprojecten Nederland kunnen verduurzamen én ook het herstel van de economie kunnen versnellen. Bijvoorbeeld door geplande investeringen naar voren te halen.
Startmotor
Onder de naam ‘Startmotor’ wil het Havenbedrijf zo meewerken aan een kickstart voor de Nederlandse economie. “Projecten die het economisch herstel kunnen bespoedigen, vergelijkbaar met een startmotor om de economie weer aan de praat te krijgen. Het oogmerk van Startmotor is een mes dat aan twee kanten snijdt: het versnellen van toekomstgerichte investeringen in groei en verdienvermogen en tegelijkertijd een versnelling geven aan de energietransitie en de verduurzaming van de economie.” Voorbeelden zijn de aanleg van een waterstofnetwerk, de uitrol van walstroom en de aanleg van een warmterotonde.
Ook blijft de Rotterdamse haven investeren in de energietransitie en digitalisering. Op beide terreinen lopen meerdere projecten. De bruto investeringen in het eerste halfjaar van 2020 bedroegen 136,4 miljoen euro. “Havenbedrijf Rotterdam kiest er bewust voor om ook in de COVID-19 periode door te investeren in het Haven Industrieel Complex.” De belangrijkste investeringen voor het eerste halfjaar van 2020 waren de aanleg van het Theemswegtracé, de aanleg van de Container Exchange Route en de uitbreiding van truckparking Maasvlakte Plaza.
COVID-19
Allard Castelein, president-directeur van Havenbedrijf Rotterdam, zegt in een toelichting op de halfjaarcijfers: “De Nederlandse economie en de Rotterdamse haven zijn afhankelijk van ontwikkelingen in de wereldhandel. De negatieve economische gevolgen van de COVID-19-pandemie laten zich wereldwijd voelen. Het mag daarom geen verbazing wekken dat de overslagvolumes in het afgelopen halfjaar aanzienlijk lager waren dan in dezelfde periode vorig jaar.”
Positief noemt hij dat de overslag in het tweede kwartaal minder ver terugviel dan het Havenbedrijf aan het begin van de crisis verwachtte. Herstel van de wereldeconomie is sterk afhankelijk van de vraag of er een zogeheten tweede golf virusbesmettingen komt. Ook belangrijk voor de Rotterdamse haven is de vraag of de komende maanden een handelsakkoord komt tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
De verwachting is dat in de rest van het jaar een voorzichtig herstel inzet van de economie. Het totale overslagvolume voor heel 2020 zal echter duidelijk lager uitkomen dan in 2019, voorspelt Havenbedrijf Rotterdam.
IJzererts en kolen
Er werd 30,8 miljoen ton droog massagoed overgeslagen. Dat is een krimp van 19 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2019. Dat was vooral te merken bij de overslag van ijzererts en schroot (-22 procent) en kolen (-34 procent).
De staalfabrieken die voor de levering van erts de Rotterdamse haven gebruiken, werkten op een veel lager productieniveau dan normaal. De vraag naar staal is door het stilleggen van productie in de auto-industrie en de bouw fors gedaald sinds maart.
Een lage gasprijs zorgde ervoor dat er meer gas en minder kolen werden gebruikt voor energieopwekking. Daarnaast was er een toename van de beschikbare windenergie door weersomstandigheden waardoor bijschakelen van kolencentrales minder nodig was. Biomassa groeide juist fors (+109 procent) doordat de bijstook in energiecentrales verder steeg.
Minerale olieproducten
Er werd 99,8 miljoen ton nat massagoed overgeslagen. Dat was circa 10 miljoen ton minder: een daling van ruim 9 procent.
In Rotterdam is deze categorie met 46 procent van het overslagvolume dominant. De overslag van minerale olieproducten daalde sterk (-22 procent), vooral stookolie. Bij ruwe olie was de teruggang gering: 4 procent. De overslag van LNG nam licht toe: 2,6 procent
De overslag van ruwe olie daalde voornamelijk als gevolg van vraaguitval. Enkele grote raffinaderijen draaiden op een lagere bezettingsgraad dan gebruikelijk.
Beperkt verlies bij containers
Bij de containeroverslag viel de daling relatief mee. Er werd 7 procent minder TEU overgeslagen. In tonnen was het zelfs maar 3,3 procent (2,5 miljoen ton). Terwijl rederijen zowat één op de vijf afvaarten schrapten in mei en juni. De daling in overslag was evenwel minder sterk door de toegenomen callsizes van schepen die Rotterdam aanliepen.
Het aantal lege containers was fors lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat kwam doordat de import van containers vanuit Azië is gedaald en de export juist is gestegen.
Bij breakbulk was de daling 11 procent. De roro-overslag daalde met 12 procent. Dat was vooral merkbaar aan het begin van het tweede kwartaal, toen de lockdown in het grootste deel van West-Europa van kracht was. Tegen het eind van het kwartaal stegen de volumes weer.
Financieel gezond
Havenbedrijf Rotterdam publiceerde ook de financiële cijfers over het eerste half jaar. De omzet nam met 0,7 procent toe naar 360,4 miljoen euro. De stijging werd veroorzaakt door een toename van de inkomsten uit contracten. Deels door nieuwe huurcontracten en deels door prijsindexering van bestaande contracten.
De operationele lasten waren 3,5 procent hoger in vergelijking met de eerste helft van vorig jaar. Dat komt voornamelijk door hogere exploitatie- en overige lasten veroorzaakt door enkele eenmalige effecten. De personeelslasten daalden met 1,8 miljoen euro. Dat was door een eenmalige last in 2019 voor de ouderenparticipatieregeling. De afschrijvingen namen toe met 3,6 miljoen, met name als gevolg van het investeringsprogramma dat in de afgelopen jaren is uitgevoerd.
Al met al eindigde het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen over de eerste helft van 2020 op 128,4 miljoen. Dat is 4,8 procent minder dan in het eerste halfjaar van 2019. Het resultaat na belastingen komt uit op 98,1 miljoen.