Port-Liner BV streeft ernaar om volgend jaar augustus het eerste volledig elektrisch aangedreven binnenschip in gebruik te nemen. Op de planning staat nog een serie van vijf schepen van 110 meter lengte en verschillende breedtes. De vier batterij-containers (E-powerbox) zijn goed voor achttien uur vaartijd van het schip. Het bedrijf Port-Liner ontvangt voor de bouw van het schip een CEF-subsidie van bijna 7 miljoen euro. Het systeem is ook toepasbaar als retrofit in bestaande binnenschepen en is tevens geschikt voor het gebruik van andere energiebronnen, zoals waterstof.
Vrijdag 1 december ontving Port-Liner de beslissing van de Europese Commissie voor toekenning van de CEF-subsidie (CEF staat voor Connecting Europe Facility). Volgens de beoordeling van de Europese Commissie zal deze steun voor het project bijdragen aan de bespoediging van het gebruik van elektrische aandrijving in de binnenvaart. Met name de sociaaleconomische en milieu-impact worden door de commissie als zeer positief beoordeeld.
E-powerbox
De energie voor de elektromotoren van de Port-Liner-schepen komt van vier E-powerboxen ter grootte van 20 voets ISO-containers. Omdat elektromotoren geen machinekamer nodig hebben, blijft er ruimte over. Deels wordt die in beslag genomen door vier containers met batterijen, die kunnen worden omgewisseld of opgeladen bij de containerterminals.
De woning van twee etages kan door de ruimtewinst deels verzinken en dat biedt plek om de stuurhut te laten ‘landen’. Die staat niet op een hydraulische hefkolom, maar gaat op en neer met behulp van twee robuuste armen, die hol zijn en tevens dienen als de (afgesloten) toegangstrappen.
Er blijft nog steeds meer ruim over voor de lading. De laadruimte is 8 procent groter dan die van vergelijkbare schepen. Met vier lagen containers vervoert de Port-Liner 224 TEU.
Het eerste schip van 110 bij 11,45 meter met een kruiplijn van 5,50 meter is in voorbereiding. Gepland is snel daarna een tweede te bouwen identiek aan de eerste. De daaropvolgende vier zullen breder zijn. De schepen hebben Lloyd’s-certificering en voldoen aan de ADN-eisen. Tevens zijn de schepen voorbereid op onbemand varen. Ze worden volledig in Nederland gebouwd, bij Asto Shipyard. Werkina verzorgt de elektrische installatie.
Opladen kunnen de containers bij de terminals waar wordt geladen en gelost. Er zijn al charters opgemaakt voor de geplande schepen. Onder andere GVT Group of Logistics in Tilburg zal gebruik maken van de eerste twee schepen. Barge Terminal Tilburg maakt deel uit van GVT en zal met de inzet van deze nul emissie-schepen de eerste volledig ‘groene terminal’ zal zijn.
Kosten
De kostenopbouw van deze nieuwe aandrijving verschilt sterk van die van de huidige binnenschepen. De E-powerboxen zijn eigendom van de leasemaatschappij en de schipper betaalt per gebruikte kW. Investeringen en rendementen van elektrische en andere aandrijvingen verschillen zo sterk dat ze nauwelijks één op één met elkaar zijn te vergelijken. De verwachting van Port-Liner BV is dat de exploitatie ongeveer gelijk zal zijn aan die van een nieuw schip met dieselaandrijving.
Hoe de kosten zich in de toekomst ontwikkelen, zal voor een belangrijk deel afhangen van de hoeveelheid schepen die direct elektriciteit afnemen. Port-Liner berekende dat zes schepen 18.000 ton CO2 per jaar minder uitstoten dan vergelijkbare dieselaangedreven binnenschepen.