Bij VEKA Shipyard in het Friese Lemmer wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de Cembrook cement carrier. Een bijzonder project voor de Lemster werf, omdat het oorspronkelijke casco uiteindelijk is omgebouwd tot cementvervoerder voor op zee.
Bij VEKA Shipyard Lemmer is aan het IJsselmeer de laatste maanden met man en macht gewerkt aan het op tijd afleveren van de cement carrier Cembrook. Het betreft een ombouwproject van een bestaand casco. Om daar het fijne over te weten te komen, spraken we op de Lemster werf af met werfmanager Maurice Kok.
Laatste loodjes
Zo staan we op een mistige, koude dag in december – het IJsselmeer is niet eens te zien vanaf de werfkade – bij het lijdend voorwerp: de Cembrook. Maurice Kok steekt enthousiast van wal als we hem vragen naar de ins en outs van dit project. “De Cembrook is een behoorlijk groot project voor ons hier, dat we in opdracht van de Duitse eigenaar Brise uitvoeren. We zijn er eind 2015 aan begonnen en nu werken we aan de laatste loodjes om het schip op tijd af te kunnen leveren.”
“Het bijzondere is dat de Cembrook een bestaand general cargo-casco was. Die casco’s hebben we in serie laten maken in Tsjechië. In 2011, om precies te zijn als 4.500-tonner. In 2013 is de brug erop geplaatst.”
Meer laadvermogen
Uiteindelijk gaat het schip dus niet als 4.500-tonner de zee op, maar werd er voor het schip een andere vaarroute gekozen, om maar in scheepvaarttermen te blijven. Kok: “Klopt. In 2015 kwamen we in contact met de grote, Duitse rederij Brise uit Hamburg. Die zijn groot in het shortsea-vervoer van cement. Zij zochten op relatief korte termijn een nieuw schip. En daarom is gekozen voor de ombouw van een bestaand casco, waardoor je een jaar aan levertijd wint.”
Klein probleempje: de klant wenste een schip met meer laadvermogen. “Nou, voor ons geen probleem hoor”, antwoordt Kok lachend. “Lassen we er toch een stuk tussen.” Dat klinkt simpel, maar dat is het in de praktijk natuurlijk niet.
Kok: “Natuurlijk moet je dan met een aantal aspecten rekening houden. Eerst en vooral moesten we er natuurlijk voor zorgen dat het nieuwe tussenstuk van 10 meter breed precies ging passen tussen het dwarsdoor gezaagde schip. Je meet natuurlijk alles precies en tekent alles perfect op de tekentafel uit. Maar als dan het elders gefabriceerde tussenstuk arriveert en over het ene deel van het schip wordt getild en er tussenin wordt geschoven…ja, dan ben je nog wel even zenuwachtig of alles in de praktijk echt past. Maar dat deed het dus wel en zodoende hebben we nu een carrier die 5.500 ton in plaats van 4.500 kan vervoeren.”
Vier compartimenten
Daarmee was het schip verlengd, maar de klus nog niet geklaard. De Cembrook moest helemaal custom made geschikt worden gemaakt als cement carrier. Wat dat precies betekent, kan Kok precies uitleggen. “Van éen groot laadruim hebben wij vier compartimenten gemaakt. Daar zitten ook de nodige machinerie en elektronica in die nodig zijn voor het laden en lossen van het cement in de vier compartimenten.”
Dat laden en lossen van cement is trouwens nog een vak apart en vergde ook aanpassingen aan het laadruim. “Daarvoor hebben we samengewerkt met het Duitse IBAU, eveneens uit Hamburg. Dat bedrijf heeft de juiste expertise op het gebied van cementvervoer. Samen met hen hebben we de laad- en losvloeren aangepast. Die zijn nu zó geworden dat via perslucht van onderaf het cement via buizen afgevoerd kan worden. Dat scheelt weer enorm in lostijd en -kosten.”
Na de proefvaarten op zee en nog wat finetuning in de haven van Harlingen, zal de Cembrook afgeleverd worden in Hamburg. Bij een tevreden klant. Maurice Kok nog eenmaal: “Jazeker. We hebben in samenwerking met de Duitse klant en ons team uitstekend naar dit eindresultaat kunnen toewerken.”
“Daarbij was het handig dat Hamburg toch niet zo ver hiervandaan was. De klant kon altijd langskomen als er vragen van onze of hun kant waren. En in direct contact kom je toch vaak tot de beste oplossingen. En snel.”