Met de overdracht van de Ares aan Walter en Christine Krügermann van Krügermann Schifffahrt uit Marktheidenfeld heeft het Sunrise-programma van GS Yard in Waterhuizen een nieuwe dimensie gekregen. Was de Sunrise-reeks tot nu toe een serie motortankers, Krügermann is de eerste die gaat varen met een Sunrise voor droge lading en containers.
Het concept Sunrise is door GS Yard ontwikkeld voor de tankvaart. De werf leverde in aanloop naar de dubbelwandigheidseisen voor de tankvaart in 2018 een grote reeks van dit lichtgewicht type schip af. Nu 2018 met rasse schreden naderbij komt, verzet de Groninger werf de bakens door het beproefde concept ook in te zetten voor de bouw van bulk- en containerschepen.
In Krügermann Schifffahrt vond GS Yard een opdrachtgever die bereid was het prototype Sunrise-drogeladingschip af te nemen.
Dubbele primeur
De Ares heeft een dubbele primeur. Want het is ook de eerste Sunrise met afwijkende afmetingen. Werden de tankers nog gebouwd in twee standaardlengtes van 85 en 110 meter, de Ares meet precies 100 meter. Dit mag voor Nederlandse begrippen een ongebruikelijke maatvoering zijn, in de Noord-Duitse kanalenvaart zijn 100-meterschepen wel gangbaar.
“Dat heeft te maken met de afmetingen van de scheepslift in Scharnebeck in het Elbeseitenkanaal”, vertelt Krügermann. “Een voor ons belangrijke verbinding tussen de Elbe en Hamburg. Wij passeren deze sluis zeer regelmatig aangezien wij met name varen met aluinaarde voor de aluminiumindustrie in plaatsen als Godorf, Neuss, Hamburg, Stade en Maastricht. Onze vaste bevrachter hierbij is al sinds 1977 Imperial Shipping Group uit Duisburg, destijds nog Haniel geheten.”
Sensationeel
Op een lengte van 100 meter en een breedte van 11,45 meter heeft de Ares een laadvermogen van 1.876 ton bij de maximale 2,50 meter diepgang in het vaargebied. “Dat is sensationeel veel”, licht Krügermann toe. “Dit grote laadvermogen op deze beperkte lengte en diepgang was voor ons de belangrijkste reden om te kiezen voor de Sunrise.”
De aandrijving van het schip gebeurt door twee Volvo Penta-motoren met twee keer 750 pk vermogen. Deze aandrijving maakt het schip “zeer efficiënt” in verbruik. Ook de snelheid is met minimaal 9,5 kilometer per uur beladen bij 2,50 meter diepgang prima in de ogen van de reder.
De uitstekende prestaties – met name het laadvermogen – hebben alles te maken met de lichtgewicht bouw van het schip. Bij het ontwerp van de Sunrise is het totale leeggewicht aanzienlijk gereduceerd door het gebruik van de hoogwaardiger en sterker, maar ook wat moeilijker te verwerken staalsoort DM36.
De Ares is geclassificeerd door Lloyds Register. “De Duitse SUK mag niet meer classificeren in Nederland. Dat verbaast mij toch wel erg; we hebben toch één Europa?”, zegt Krügermann.
Griekse god
Voor Krügermann Schifffahrt is de Ares het vierde schip. Net als de drie zusterschepen is het vernoemd naar een Griekse god met een 4-letterige naam. Op de boeg van de overige drie prijken de namen Zeus, Hera en Enyo. Voor de naamgeving van hun eerste nieuwbouwproject ooit kozen Walter en Christine Krügermann als naamgever de Griekse god van de strijd.
“Wij hadden nog nooit een nieuw schip gebouwd en hadden ook totaal geen plannen in die richting, toen ik vorig jaar een bezoek bracht aan de maritieme Messe in Kalkar.” Op STL raakte hij aan de praat met Christian Hochbein, die samen met Daniël Gausch de directie vormt van GS Yard. Krügermann kent Hochbein al heel lang. Tijdens dat gesprek ontstond het idee voor de nieuwbouw.
Krügermann: “Vanaf dat moment ging het heel snel. Het bouwen van dit schip leek ons een prachtige uitdaging. Daarom hebben wij in april tijdens een beurs in Bad Salzuflen onze handtekeningen gezet onder de nieuwbouwovereenkomst. Daarvoor hebben wij wel eerste twee van de vijf schepen in onze vloot verkocht. Met het eigen vermogen dat hiermee vrij kwam, konden wij aan de onderhandelingstafel met de Bank für Schifffahrt in Hannover relatief snel zaken doen. De bank was gelijk enthousiast over ons plan.”
Vrijwel direct na het afsluiten van de overeenkomst ging de werf aan de slag met het schip. “De bouw verliep prima”, vertelt de eigenaar. “Wij waren de hele bouwperiode wekelijks drie dagen in Waterhuizen en werkten daar heel prettig samen met iedereen op de werf. En zonder anderen tekort te willen doen, wil ik vooral afbouwbegeleider John Mulder een pluim geven voor de zeer constructieve en aangename samenwerking. De bouw duurde wel iets langer dan gepland, maar dat is niet zo verbazingwekkend aangezien het ging om de bouw van een prototype.”
Walkapitein
Walter Krügermann komt uit een ware scheepvaartfamilie. Ook zijn grootouders en ouders voeren altijd met droge lading. Kort nadat zijn ouders in 1977 hun 450-tonner verruilden voor een 1.000-tons vrachtschip, stapte Walter op 15-jarige leeftijd aan boord als lichtmatroos (scheepsjongen). Twee jaar later werd hij matroos en op zijn 20e behaalde hij zijn eerste patent. Nog een jaar later was hij in het bezit van zijn Rijnpatent.
Hij bleef tot 1991 bij zijn ouders aan boord werken. In dat jaar deed zijn vader een stap terug na een hartinfarct en werd Walter kapitein-eigenaar van de Saaletal. Hij had altijd de ambitie om het bedrijf te laten groeien en zo kwam er in 1999 een tweede en in 2003 een derde schip bij.
En nu dus voor het eerst een nieuwbouwschip. Zelf gaat de eigenaar mee op de maidentrip. Daarna laat hij de gezagvoering over aan kapitein Stefan Kleemann.
Krügermann: “Sinds begin dit jaar ben ik aan de wal. Als walkapitein voer ik het management over onze vier schepen. Ik heb bijna veertig jaar gevaren, een mooi moment om ook wat meer tijd voor andere zaken te maken.”