Met de bouw van de GreenPoint MS Rotterdam komt er een oplossing voor binnenvaarttankers die hun tanks moeten ontgassen. De drijvende installatie gaat ingezet worden voor de gecontroleerde dampverwerking van binnenvaartschepen, maar ook van zeeschepen en waltanks.
Met ingang van 1 januari 2015 is in Zuid-Holland en Noord-Brabant gecontroleerde dampverwerking van benzeen verplicht voor binnenvaart- en zeeschepen. In 2016 volgen benzeenhoudende producten. Schepen mogen dus niet meer ontgassen, ook niet varend. Uit proeven met de Vaporsol-technologie die gebruikt wordt aan boord van de GreenPoint MS blijkt dat tot 99 procent van alle emissies afgevangen kan worden.
De GreenPointMS ontvangt een bijdrage uit de Stimuleringsregeling duurzame initiatieven van Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs. Het consortium dat deelneemt aan het project bestaat uit BFT Tanker Logistics (met ervaring van bevrachting van binnenvaartschepen), VTTI Tankterminals, Vitol (handel, productie, opslag en transport van olie en energie) en Starcom (ervaring in havendiensten en boord/boord-overslag).
Verbod
Bij het laden, lossen, overslag en ontgassen van schepen en opslagtanks van olie en benzine ontstaan zogeheten vluchtige organische koolwaterstoffen die achterblijven in de tanks en schepen. Ze leveren stank (en milieu)overlast op en kunnen bij langdurige blootstelling schadelijk zijn voor de gezondheid. De haven van Rotterdam en de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant voeren daarom een emissiebeleid met zo veel mogelijk reductie van vluchtige organische stoffen. Vandaar ook het verbod om in de open lucht te ontgassen.
Vaporsol
De Vaporsol-technologie aan boord van de GreenPoint MS is in vijf jaar ontwikkeld door het consortium van bedrijven dat oplossingen ontwikkelt voor lucht-, geur- en dampverwerking. De Vaporsol-dampverwerkingsinstallatie kan volgens de bedrijven zelf als enige in de markt de gassen van alle vluchtige koolwaterstoffen verwerken die achterblijven in tanks en schepen.
‘De reductie van gassen loopt op tot 99 procent, waardoor de installatie ruimschoots voldoet aan huidige en toekomstige milieueisen. De installatie is inzetbaar voor het ontgassen van lichters en het mogelijk maken van boord/boord-overslag tussen zeeschip en lichter.’
Het apparaat is inzetbaar on-board, on-ponton, on-shore en als mobiele installatie op een trailer. Hierdoor kan hij ook ingezet worden op locatie, zoals terminals bij het ontgassen van waltanks of als Vapour Recovery Unit bij het laden en lossen van lichters of overslag tussen schepen.