Op zaterdag 14 april heeft Rijkswaterstaat op verzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) het vaarbewijs van een 63-jarige Tsjechische schipper ingevorderd omdat het vaargedrag van de schipper de openbare veiligheid op het water in gevaar bracht. Het Korps landelijke politiediensten maakte tegen de betrokken schipper proces-verbaal op voor het niet uitluisteren op het juiste marifoonkanaal en voor het feit dat de man niet bij machte was in een van de gewenste talen met de overige scheepvaart te communiceren.
Taalprobleem
De Waterpolitie van het KLPD kreeg van Verkeerspost Weurt het verzoek om een onderzoek in te stellen bij een afvarend schip omdat de Verkeerspost geen contact met het schip kreeg. De Waterpolitie constateerde dat de marifoon niet op het juiste kanaal stond ingesteld en dat de schipper de Nederlandse of Duitse taal nauwelijks machtig was.
Vervolgens zagen de agenten dat de schipper op het Maas-Waalkanaal bijna een aanvaring had met een tegemoetkomend schip en bij het afmeren bijna enkele jachten ramde. Inmiddels was via de verkeerspost informatie ontvangen dat het schip vanaf sluis Eefde was opgevallen door raar vaargedrag, hinderlijke waterbeweging, het niet tonen van het blauw bord en het niet uitluisteren van de marifoon.
Vaarbewijs
Omdat uit verklaringen van de schipper bleek dat hij een beperkt gezichtsveld heeft ivm een aandoening aan zijn oog, werd contact opgenomen met de ILT (de opvolger van de Inspectie Verkeer & Waterstaat). Na overleg tussen ILT, RWS en de Waterpolitie werd besloten ter bescherming van met de openbare veiligheid het vaarbewijs van de schipper in te vorderen. ILT neemt verdere stappen om te onderzoeken of de schipper nog bekwaam is om een schip te voeren.
Het schip bleef in afwachting van een andere, bekwame, schipper liggen om daarna zijn reis naar Luik te hervatten.