Vanaf 1 juli moet iedere pleziervaarder die met een schip langer dan 25 meter wil varen, beschikken over een geldig Groot Pleziervaartbewijs. Het is vanaf die datum niet meer mogelijk om een Groot Pleziervaartbewijs zonder examen te verkrijgen. De overgangsregeling die dit mogelijk maakte, loopt 1 juli na twee jaar ten einde.
Pleziervaarders die nog vóór 1 juli zonder examen in het bezit willen komen van het Groot Pleziervaartbewijs, zullen dit via de overgangsregeling moeten doen. Na die datum kan het Groot Pleziervaartbewijs uitsluitend nog via het theorie- en praktijkexamen Groot Motorschip van de Commissie Watersportopleidingen behaald worden.
Drie jaar vaartijd
Met de invoering van de nieuwe Binnenvaartwet op 1 juli 2009 kwam er ook een nieuw vaarbewijs: het Beperkt Groot Vaarbewijs. Dit vaarbewijs is verplicht voor vaarders van schepen van 25 meter of langer en kan behaald worden via een examen bij CCV (CBR).
Dan moet ook drie jaar vaartijd worden aangetoond. Omdat drie jaar vaartijd aantonen voor de pleziervaart grotendeels onhaalbaar is, is er voor pleziervaarders een vrijstelling in de vorm van het Groot Pleziervaartbewijs. Hiervoor kan men het examen CWO Groot Motorschip doen bij de Stichting VAMEX.
Het Groot Pleziervaartbewijs is gekoppeld aan het Klein Vaarbewijs en is geldig tot de leeftijd van 70 jaar en is daarna iedere vijf jaar te verlengen. Met het Groot Pleziervaartbewijs mag niet bedrijfsmatig gevaren worden.