De voorrangsregels tijdens werkzaamheden aan de Zandvlietsluis en de Van Cauwelaertsluis in Antwerpen zijn niet bedoeld om Nederlandse schippers te treffen en zo Nederland onder druk te zetten. De werken waren reeds geruime tijd geleden gepland en beogen de bereikbaarheid via de binnenvaart te verbeteren. Daar hebben ook Nederlandse schippers belang bij.” Dat schrijft staatssecretaris Huizinga van V&W (mede namens minister Verhagen van Buitenlandse Zaken) in haar antwoord op vragen van SGP-Kamerlid Van der Staaij over berichten dat Nederlandse schippers de dupe werden van het conflict over de Westerschelde.
Huizinga stelt dat het in de landelijke pers verschenen bericht dat Antwerpen Nederlandse binnenschippers niet langer via de Antwerpse sluizen liet varen, tenzij ze goederen wilden laden en lossen in de haven van Antwerpen zelf, niet correct was. “De havenkapitein van Antwerpen heeft een voorrangsregel uitgevaardigd, die non-discriminatoir wordt toegepast. Deze regel is uitgevaardigd in verband met onderhoudswerkzaamheden aan de Zandvlietsluis en vernieuwingswerkzaamheden aan de Van Cauwelaertsluis. Om de druk op de sluizen te verminderen en schippers aan te moedigen een alternatieve route te kiezen bepaalt de voorrangsregel dat wanneer er door drukte oponthoud dreigt schepen zonder alternatieve route voorrang hebben op schepen die kunnen omvaren. De haven van Antwerpen verwacht het meeste oponthoud in de eerste twee weken van oktober, omdat de Van Cauwelaertsluis in die periode dicht gaat. De grotere Zandvlietsluis moet dit kunnen opvangen indien de gelijktijdige werkzaamheden dit toelaten.”
Geen drukte
Dat blijkt ook in de praktijk, vervolgt Huzinga. “Vooralsnog heeft er zich bij de sluizen geen zodanige drukte voorgedaan dat de havenkapitein van Antwerpen zich geroepen voelde de voorrangsregel toe te passen. Mij zijn geen gevallen bekend van schippers of bedrijven die schade hebben geleden die zij willen verhalen.”
De staatssecretaris heeft geen problemen met de handelwijze van de Antwerpse havenkapitein. Die “is erop gericht de overlast van de werkzaamheden zoveel mogelijk te beperken. Dat hoopt hij onder andere te bereiken door er bij de schippers op aan te dringen om waar mogelijk gebruik te maken van alternatieve routes. Doen schippers dat niet, dan lopen ze individueel het risico van oponthoud bij de sluizen en neemt bovendien de kans op oponthoud toe.”
