Opnieuw is het een prachtig schip geworden, dat bij Markerink in Lobith-Tolkamer afgebouwd werd. De zoveelste Rehoboth van Wim Kleine. Het nieuw vaartuig is een lust voor het oog en een machtig mooi schip met alles erop en eraan. Begin april ging Kleine er de actieve vaart mee in.
Rehoboth en het schippersgeslacht Kleine: ze horen bij elkaar als de kip en het ei. Al vier generaties varen ze van vader op zoon met een Rehoboth. “Het was mijn overgrootvader die voor het eerst deze naam op zijn schip liet zetten”, vertelt Wim Kleine, de huidige vertegenwoordiger van het bekende schippersgeslacht. “Ik denk dat er inmiddels al zo’n twaalf tot vijftien schepen met die naam hebben gevaren in onze familie. De naam komt uit de bijbel en werd destijds gegeven aan een put die Jacob liet graven, omdat hij steeds met andere herders ruzie kreeg over de reeds aanwezige waterputten. En over deze put gebeurde dat niet, want de Heer had hem ruimte gegeven.”
Zowel op de nationale als op de internationale vaarwegen kan men nu ongeveer al een eeuw lang al een Rehoboth zien varen. En als het aan Wim ligt, zal dat in de toekomst gewoon doorgaan.
Bouwen
“Zelf heb ik nu op zeven schepen met deze naam gevaren, waarvan ik er drie nieuw in de vaart bracht”, gaat Wim verder. “Schepen bouwen vind ik prachtig. Daar heb ik ook een handelsonderneming voor. Dat is IJsselpoort handel en scheepvaart BV. Mijn vorige Rehoboth was er één van 110 meter en daarvóór had ik er één van 135 meter met die naam. Ik had die vorige genomen omdat wij zelf uit het noorden van het land komen en omdat ik daar ook wat wou kunnen varen. Want ik vind het leuk om met een groot schip in een klein vaarwater te varen. Dus een schip met een lage kruiplijn. Scheepsmakelaar Concordia Shipyards had toen net een schip met een kruiplijn van 5 meter, een lengte van 110 meter en een breedte van 11,40 meter. En dat was op dat moment juist het type dat ik zocht.”
“Inmiddels heb ik van dat type nu de derde in bestelling. De tweede was de Panta Rhei, die ik vorig jaar af liet bouwen en heb verkocht. Het schip van 135 meter dat nu afgebouwd wordt, had ik eigenlijk voor de handel laten bouwen en willen verkopen. Maar momenteel ligt de handel voor een 110 meter-schip gunstiger en daarom heb ik die vorige Rehoboth verkocht en ga ik zelf nu weer op deze van 135 meter varen.”
Op die Rehoboth van 110 meter heeft Wim Kleine zelf slechts gevaren van eind 2006 tot begin 2008, want vorig jaar februari al ruilde hij dat schip om voor een schip van 105 meter bij 9,50 meter. Dat schip was in 1982 gebouwd. “En ook dat schip heb ik verbouwd en toen de naam Rehoboth II gegeven.”
Het schepen kopen en verkopen is iets waar Wim Kleine graag energie in steekt. “En daarbij wil ik dan altijd graag een zo mooi mogelijk schip bouwen met een heel degelijke uitrusting”, licht hij daarover toe. “Dat komt ook mede doordat ik steeds met dezelfde mensen zaken kan doen. Wat dat betreft bouw ik al vijf jaar met dezelfde relaties. Dat zijn Concordia Shipyard in Werkendam, Markerink in Lobith-Tolkamer, Wessels timmerwerk en aluminium uit Haren (Ems) en Oechies Elektrotechniek uit Rotterdam. Dit is al de vierde keer dat ik met deze combinatie bouw, waarbij onze relaties steeds gebaseerd zijn op goede ervaringen, vriendschap en vertrouwen. En dat werkt perfect.”
Drie woningen
“De nieuwe Rehoboth is toch eigenlijk weer mooier van lijn dan de vorige. Het casco van dit nieuwe schip is in twee delen uit China gekomen. Ik ben daar zelf ook een keer heen geweest tijdens de bouw. De delen werden bij Scheepswerf Gelria in Nijmegen aan elkaar gemaakt.”
“Ook met dit nieuwe schip wil ik weer gaan varen waar het vaarwater het maar toelaat en waar ik vracht kan krijgen. Zo ben ik met die vorige ooit op een plaats geweest waar ik 14 kilometer achteruit moest varen om er te komen, omdat ik er niet op kon draaien. Dat was in de buurt van Mulhouse.”
De nieuwe Rehoboth is een drogeladingschip met de mogelijkheid voor containers (264 TEU). “Maar ik wil voornamelijk droge lading gaan varen”, aldus Kleine. “Het schip heeft een lengte van 135 meter, een breedte van 11,45 meter, een diepgang van 3,59 meter en een tonnage van ongeveer 3900.”
Als we in de woning zitten te praten, wordt een van de hoofdmotoren gestart. We kunnen gewoon doorpraten, want de motoren zijn zowat niet te horen. “Dat komt door de goede isolatie, die Wessels aangebracht heeft.”
Het schip heeft drie woningen: twee achterop en één voorop. De woningen achterop hebben elk een eigen trapopgang naar de stuurhut. “Verder hebben we een 16 duims ballastpomp laten plaatsen, want dan kunnen we het schip snel wat dieper leggen en kunnen we ook goed de kanalen op”, aldus Kleine. “Ook hebben we weer spudpalen aan boord om zelfstandig goed af te kunnen meren. En verder is het schip uitgerust met alle moderne nautische apparatuur.”
Markerink
Ook Alexander Markerink, directeur van Markerink BV is enthousiast over dit nieuwe schip, dat bij hem werd afgebouwd. “We hebben voor Wim Kleine nu twee keer een hermotorisering gedaan en vier schepen afgebouwd”, vertelt hij. “Van origine zijn en blijven we een hermotoriseringsbedrijf, maar als men bij ons voor de afbouw van een schip komt, gaan we dat zeker niet uit de weg. De firma Kleine heeft bij ons eigenlijk de trend voor afbouw gezet. En dat komt mede doordat Kleine en wij een heel goede verstandhouding hebben.”
Voor de komende periode heeft Markerink nog vijf nieuwbouwprojecten in portefeuille. “Er liggen nu twee schepen voor hermotorisering en zowel vandaag als morgen komt er nog één binnen”, vervolgt Alexander. “We hebben over werk dus niet te klagen. We hebben nu ongeveer vijftig medewerkers in dienst.”
Als het erg druk is, kan Markerink een beroep doen op een bureau dat werkkrachten kan detacheren. “Als we zelf nieuwe mensen in dienst nemen, hebben we graag jonge medewerkers”, aldus Alexander, “want die kunnen we dan zelf verder opleiden en naar onze hand zetten.” Indien dat nodig is, zendt Markerink ook mensen uit om op locatie te werken. “Voor de binnenvaart doen we dat regelmatig op de Rijn, de Donau en de Rhône. Ook verrichten we op locatie soms werk voor een grote bergingsmaatschappij uit Rotterdam. Dat gebeurde reeds in Brazilië en Montenegro.”
Nog even terugkomend op de Rehoboth vertelt Alexander: “Wat mij opvalt bij de Rehoboth is dat de boegschroefruimte daar erg ruim is. Wij plaatsten daar twee boegschroeven van Veth met Scania-motoren.”
Betrouwbaarheid
Natuurlijk heeft Wim Kleine ook personeel aan boord. Hij vaart met een stuurman en een matroos. “Ik ben ook praktijkopleider; ik heb al verschillende leerlingen in het kader van de BBL opgeleid. Ik vind dat mooi en ik heb er plezier in. Zo komt deze zomer ook mijn dochter het team versterken en die gaat ook BBL doen.”
Op vrijdag 3 april werd de technische proefvaart gehouden en op maandag 6 april werd in Utrecht geladen voor Rotterdam voor de geladen proefvaart. Beide proefvaarten verliepen naar wens en gaven geen bijzondere opmerkingen. Tevens kreeg de Rehoboth een duwcertificaat.
Met die resultaten op zak kan Kleine goed aan de slag en hij is van mening dat hij in de toekomst ook met deze nieuwe Rehoboth best te varen zal hebben. “Ik heb veel contacten met diverse bevrachters”, zegt hij daarover. “Ik vaar niet voor een enkel kantoor, maar voor meerdere. Maar ik informeer ook altijd de anderen als ik voor een bepaalde bevrachter iets aangenomen heb. Ik ben daar heel open in. En ik denk dat dat goed is, want het gaat niet alleen om geld, maar het gaat ook duidelijk om betrouwbaarheid.”
(Harrie van Eeuwijk)