BLN, BLN-Koninklijke Schuttevaer en CBRB vinden het verstandig dat de CCR op het punt staat om de inwerkingtreding van een aantal overgangsbepalingen op te schorten. Het gaat om knelpunten zoals geluid, elektrische installaties, relingen, en voor de passagiersvaart de tweede onafhankelijke voortstuwing. “Zo krijgen wij de tijd en mogelijkheid deze zaken op nut en noodzaak en vooral haalbaarheid te toetsen”, schrijven ze in een gezamenlijke reactie.
“Oplossing in zicht”
Het CBRB en BLN schrijven het belangrijk te vinden dat er regelgeving is waarvan voor gebruikers nut en noodzaak duidelijk zijn. “Afgelopen jaren zijn diverse knelpunten in overgangsbepalingen in kaart gebracht omdat gebleken was dat de gevolgen van het aflopen van sommige overgangsbepalingen ingrijpender zouden zijn dan eerder gedacht. Voor die knelpunten , die onevenredig hoge kosten met zich meebrengen en waarvan nut en noodzaak niet duidelijk zijn, moet een werkbare oplossing worden gevonden. We denken dat met dit besluit de oplossing van de knelpunten in zicht komt”, aldus CBRB en BLN.
Hardheidsclausule
Naast het oplossen van de knelpunten moet er snel duidelijkheid komen over de toepassing van de hardheidsclausule, vinden de binnenvaartorganisaties. “In de regelgeving is namelijk opgenomen dat bij moeilijk uitvoerbare eisen of onevenredig hoge kosten de Commissie van Deskundigen afwijkingen kan toestaan. Dat is de zogenaamde hardheidsclausule (artikel 24.04 lid 4 van het ROSR).”
De brancheorganisaties willen dat internationale afspraken worden gemaakt over een werkbaar en eenvoudig beroep op deze hardheidsclausule. CBRB en BLN roepen de CCR en de Europese Commissie op om hier in het voorjaar van 2014 besluiten over te nemen.
Harmonisering
Op dit moment bestaan er twee regimes naast elkaar: die op grond van artikel 22 van de herziene Rijnvaartakte (Rijnvaartcertificaat) en Europese regelgeving (communautair certificaat). Het Europese binnenvaartbedrijfsleven heeft eerder dit jaar aandacht gevraagd voor de verschillen tussen de overgangsvoorschriften voor Rijnschepen en schepen met een communautair certificaat. In het algemeen zijn de termijnen volgens de Europese regels tien jaar langer of gelden ze slechts bij nieuwbouw, ombouw of verbouw.
Het CBRB en BLN herhalen de vraag om een nieuwe beoordeling met het oog op een eerlijke concurrentie, zonder nadelen te creëren voor schepen met een communautair certificaat. Dit past volgens hen ook in de plannen van het Naiades II-pakket ‘Op weg naar kwaliteit van de binnenvaart’, waarbij gewerkt wordt aan de harmonisatie van de Europese technische voorschriften voor binnenschepen. “In het belang van de veiligheid, maar zeker ook voor een gelijk speelveld, is een uniforme set van technische normen in Europa van belang.”