Afgelopen week hebben zes roeiers en een stuurman in zes dagen van Den Helder naar Eemshaven gevaren. De kleine open sloep Delphine volbracht de tocht over het Nederlandse Wad woensdag 6 juli. Elke dag deden ze een eiland aan. Het is voor het eerst dat een roeisloep zonder hulp van een volgboot en alleen op spierkracht zoiets presteerde.
Kunst apart
Het varen op het Wad is een kunst apart. Vooral de stroom en de ondieptes maken een goede planning noodzakelijk. “Onze sloep is maar klein en we moesten aan het eind van iedere dag weer bij de volgende haven zijn. De harde noordwesten wind heeft ons niet geholpen, maar toch hebben we het gehaald”, aldus Ron Straver, die de route uitwerkte.
Vlnr: Rosanne Kroes, Remco Klomp, Floris de Graad, Ysbrand de Jong en Jacob Vorenkamp. Onder: Hans Doornebos en Ron Straver. Niet op foto: Jan Jetze Zandstra, Carel Bolt en Dick Ursinus.
Op sommige stukken stond maar 40 centimeter water. Wanneer het té ondiep werd, stapte een roeier uit en sleepte de sloep verder over het wantij. De stroming heeft veel invloed gehad. Straver: “Onder normale omstandigheden kunnen we roeiend een snelheid van 8 kilometer per uur halen. Maar tegen wind en stroom in bleef er soms maar 4 kilometer per uur over.” Vooral de oversteek van de zeegaten tussen de eilanden kostte de roeiers veel moeite.
Per dag moest vier, soms vijf uur geroeid worden. Het team kwam maar weinig andere scheepvaart tegen; door het slechte weer bleven veel zeiljachten in de havens.
Wel kreeg de sloep bezoek van vele zeehonden. “We maakten er een wedstrijd van wie de meeste zeehonden zag, ze steken nieuwsgierig hun kop op maar zijn ook weer zo weg.”
Hartelijke eilanders
De bemanning roeide vooral van jachthaven naar jachthaven. Maar ook meerde de Delphine af aan vissteigers bij De Cocksdorp (Texel) en Lies (Terschelling). Onderweg werd gekampeerd; het team had alles mee aan boord.
Bij Ameland werd de Delphine binnengehaald door de roeiers van Haal an Antje.
Op de eilanden werden de roeiers vaak geholpen door hartelijke mensen. Zo hielp de eigenaar van camping Stortemelk op Vlieland met het heen en weer brengen van de bagage. Op Terschelling mochten de roeiers overnachten in de schuur van Klaas en Hitty Pals. En bij Ameland werd de sloep ingehaald met een admiraalsgroet (riemen omhoog) door het Amelander Roeiteam in hun eigen sloep Haal an Antje.
Taaie roeiers
Floris de Graad, Hans Doornebos, Remco Klomp, Jacob Vorenkamp, Carel Bolt en Ron Straver roeien bij Daventre Portu uit Deventer. Als echte rivierroeiers zijn zij gewend aan stromend water, maar het roeien op de golven van de Waddenzee was extra moeilijk. Dick Ursinus en Rosanne Kroes roeien bij de Port of Rotterdam. Op de Maas kan het ook behoorlijk woeilig zijn. Maar de echte Wadroeiers komen uit Harlingen en van Ameland: Jan Jetze Zandstra en Ysbrand de Jong trainen wekelijks op het Wad.
Stuk voor stuk vonden ze het zwaar, hoe goed je ook getraind bent het blijft een enorme krachtsinspanning. “Maar het was een geweldige ervaring.” Over twee jaar denkt Straver een volgende tocht te organiseren over de Duitse Wadden. Iedereen wil dan weer mee.
Kijk voor het reisverslag op www.wadroeien.blogspot.com.
