De Seine-Schelde-verbinding is weer een stap dichterbij gekomen. Vandaag ondertekenden de Franse staatssecretaris Alain Vidalies van Transport en de Waalse minister Maxime Prévot van Openbare Werken een overeenkomst voor de financiering van het grenstraject.
In Frankrijk kwam het aangepaste plan voor Seine-Nord afgelopen januari door het parlement. Dat stemde in met een wetswijziging, die de weg vrijmaakt voor het versneld oprichten van een projectmaatschappij die de aanleg en het beheer op zich neemt. Begin deze maand gingen de vier Noord-Franse departementen waar de deels nieuwe en deels uitgebouwde vaarweg doorheen loopt akkoord met een gezamenlijke bijdrage van 500 miljoen euro.
2025 klaar
Twee jaar terug werd het oorspronkelijke plan afgeschoten omdat de consortia die voor de bouw in de race waren zich terugtrokken. Het budget was volgens hen te laag – en de Franse overheid had door bezuinigingen niet meer geld beschikbaar. Vervolgens is een soberder uitvoering uitgewerkt. Die lijkt de verbinding nu alsnog mogelijk te maken.
In 2017 wordt waarschijnlijk begonnen met de aanleg van het nieuwe stuk kanaal in Noord-Frankrijk. Dat wordt 106 kilometer lang, krijgt een breedte van 54 meter breed en een diepgang van 4,50 meter. Naar verwachting is de complete vaarroute tussen Vlaanderen en Parijs in 2025 klaar.
4,5 tot 5 miljard euro
De aanleg gaat ondanks de versobering al met al nog 4,5 tot 5 miljard euro kosten. Bijna de helft komt op het conto van Frankrijk. De Europese Commissie heeft aangegeven via de CEF-gelden tot 40 procent te kunnen meefinancieren.
Met het geld van de Noord-Franse departementen en de Waalse overheid is de financiering vrijwel compleet. Ook Vlaanderen betaalt mee; in totaal is circa 400 miljoen euro gereserveerd voor aanpassingen van het Scheldebekken.
Dankzij de Seine-Scheldverbinding kunnen straks grotere schepen naar Parijs varen. Dat moet voor meer vervoer over water zorgen. Schattingen gaan uit van 4 miljoen ton extra.