Op 3 juni vond bij de rechtbank van Mainz de zitting plaats van de zaak die binnenvaartondernemer Otto Klinkenberg heft aangespannen tegen Zollhafen om bij Mainz Nordmole ligplaatsen te verwijderen ten gunste van woningbouw.
Otto Klinkenberg werd vertegenwoordigd door zijn vrouw Iris Klinkenberg, die voorzitter is van de Europäische Vereinigung der Binnenschiffer (EVdB). Ze kregen van de rechter voldoende gelegenheid om opnieuw uiteen te zetten hoe de huidige situatie is ontstaan.
Verdedigen
“De belangstelling van de rechter was zeer positief”, blikken de Klinkbergs terug. “Ze heeft ook uitgebreid de standpunten van de eiser en de verweerder tot zich genomen.”
Maar optimistisch over de uitkomst is de EVdB niet. Het vonnis wordt op 22 juli 2020 uitgesproken.
“We hebben ons in ieder geval geprobeerd te verdedigen tegen ontwikkelingen ten nadele van alle binnenvaartschippers uit Duitsland, België, Nederland en anderen. We zullen dat blijven doen.” Blij is de EVdB met de steun van de Nederlandse brancheorganisaties BLN-Schuttevaer en ASV.
Weinig kans op succes
Of de Klinkenbergs of de EVdB bezwaar zullen aantekenen tegen het verwachte negatieve oordeel van de rechtbank in Mainz, is nog niet zeker. “We moeten dat zorgvuldig afwegen. De kans op succes is klein en er zijn hoge kosten. Deze middelen kunnen zeker verstandiger worden ingezet. Bijvoorbeeld voor de strijd om de nieuwe ligplaatsen aan de Südmole in Mainz.”
Die ligplaatsen zijn beloofd ter compensatie van de verdwenen ligplaatsen aan de Nordmole.
