Sinds dinsdag 14 maart 12.00 uur varen de boten van de Waterpolitie niet. Daarmee protesteert het personeel tegen de leiding van de Landelijke Eenheid (LE), die te strak vast zou houden aan het budget. Daardoor is er volgens de werknemers onvoldoende nautisch personeel om goed en veilig op het water te kunnen werken.
Twaalf grote vaartuigen en tientallen speedboten en RIB’s blijven daardoor aan de kant liggen. De circa 150 agenten werken wel, maar blijven aan wal. Ze zijn ook beschikbaar voor noodmeldingen.
De korpsleiding heeft ’s middags met een brief op de actie gereageerd. Ze vindt de actie prematuur, omdat nog over de functies en bezetting wordt overlegd. Volgens de NOS heeft korpschef Akerboom de waterpolitie opgeroepen om de actie te beëindigen.
Aan de ketting
“Er wordt door de leidinggevenden niet vanuit de professie gekeken”, vindt ACP-voorzitter Gerrit van de Kamp. “Keer op keer wordt gefocust op de financiële cijfers. Wat collega’s nodig hebben om hun werk te doen, speelt simpelweg geen rol. Zij leggen nu de boten aan de ketting omdat ze niet langer willen toekijken hoe hun vak kapot wordt bezuinigd.”
De actie ‘boten aan de kant’ is het gevolg van zes jaar onvrede bij de waterpolitie, schrijft de ACP. De spanningen tussen de Eenheidsleiding en het personeel zijn hoog opgelopen. De Eenheidsleiding stelde een werkgroep in om te adviseren over wat de waterpolitie na de reorganisatie nodig heeft. De taken en verantwoordelijkheden van de waterpolitie zouden daarbij het uitgangspunt zijn. Volgens de ACP staat in een conceptversie van het rapport toch weer het budget centraal.
Ook bij de Zeehavenpolitie (Eenheid Rotterdam) is een werkgroep in het leven geroepen. Daar hield de leiding van Eenheid Rotterdam echter minder strak vast aan haar budget, aldus de ACP, “en stelde dat bepaalde functies nu eenmaal nodig zijn om politiewerk op water te kunnen verrichten.”
