Nautische onderwijsinstellingen in Vlaanderen kijken met enige afgunst naar de nieuwe opleidingsschepen die de binnenvaartschool in Huy dit jaar in gebruik heeft genomen. Hun eigen schepen zijn dringend aan vervanging toe. “Voor de opleiding van maritieme professionals heb je eigentijds materieel nodig.”
Cenflumarin onderhoudt contacten met het Maritiem Instituut Mercator in Oostende, maar echt regelmatig is die samenwerking (nog) niet. Het thema kwam onlangs aan bod tijdens een gesprek op het kabinet van Vlaams minister van onderwijs Pascal Smet. “We hebben voorgesteld om er één school van te maken met twee vestigingen”, zegt de adjunct van de directeur van Cenflumarin, Kris Felix. “Voor financiële middelen en cursussen zou het verstandiger zijn om de krachten te bundelen. Op deze vlakken werken we nu nog parallel aan elkaar.”
Maritieme campus
Voorlopig is Cenflumarin nog gevestigd in wat verouderde gebouwen op een militair domein in Zwijndrecht. Aangezien het terrein geen eigendom is van de school zijn investeringen in infrastructuur moeilijk. Felix: “We zouden graag kunnen inspelen op moderne technieken, maar aanpassingen aan de infrastructuur gaan gepaard met een hoop administratieve rompslomp. We zitten eigenlijk een beetje gevangen op dit terrein.”
Reddingsoefeningen tijdens de opendeurdag in mei. (foto Cenflumarin)
Er is echter verbetering op komst: in 2015 start op Linkeroever de bouw van een gloednieuwe maritieme campus. Cenflumarin gaat zich er vestigen, samen met de lagere school De Spits en een internaat. In het nieuwe pand zal tevens (maritiem) volwassenenonderwijs worden aangeboden en komt wellicht ook de afdeling Antwerpen van VLOOT te zitten.
Opleidingsschip
Eveneens dringend aan vervanging toe is de Azymut, een van de twee opleidingsschepen van Cenflumarin. De Azymut kan niet meer ingezet worden om te varen en ligt al geruime tijd stil in het dok. De radar wordt wel nog gebruikt, maar hoe interessant is dat op een stilliggend schip?
Vanuit Vlaanderen wordt met enige afgunst naar de nieuwe opleidingsschepen van de binnenvaartschool in Huy gekeken. “Dat steekt ons wel een beetje de ogen uit”, aldus Felix. “Zo’n schip kost al snel enkele miljoenen. Toch heeft de binnenvaartschool in Huy slechts een vierde van het aantal leerlingen van alle Vlaamse maritieme scholen en opleidingscentra voor volwassenen samen. We hebben de kwestie onlangs opnieuw aangekaart op het kabinet van minister Smets. Men heeft ons beloofd het te toetsen.”
Met de tijd meegaan
Cenflumarin hoopt dat bagger- en sleepvaartbedrijven het streven van de scholen om een nieuw opleidingsschip te krijgen zullen ondersteunen. “Uiteindelijk gaat het over de kwaliteit van opleidingen in de nautische sector”, aldus plaatsvervangend Cenflumarin-directeur Nadine Goethals. “De tewerkstelling in de maritieme wereld neemt al jaren toe – kijk maar naar de haven van Antwerpen. Het bedrijfsleven heeft er belang bij dat het onderwijs meegaat met z’n tijd."
"We werken op school al jaren met dezelfde schepen. Tot nu toe konden we ze altijd nog enigszins aanpassen aan de actuele techniek, maar ook dat houdt een keer op. Als school willen we graag dat onze leerlingen meteen na hun opleiding aan de slag kunnen in het bedrijfsleven. Daar hebben we moderne opleidingsmiddelen voor nodig.”
Stageplekken
De school wil daarom de bagger- en sleepvaartsector nauwer bij deze discussie betrekken. De kloof tussen het onderwijs en het bedrijfsleven is vaak nog groot, zo stelt Felix vast. Voor een deel heeft dit te maken met de traagheid waarmee binnen het onderwijs bepaalde zaken evolueren. “Denk aan de leerplannen. Het aanpassen daarvan duurt vaak jaren. Bedrijven krijgen daardoor de indruk dat er veel gepraat wordt, maar weinig gedaan.”
Toch wordt er – vooral met de binnenvaart – op vele vlakken ook goed samengewerkt. “Als we stageplekken zoeken, werken schippers altijd mee. De vele stage-uren en beschikbare stageplaatsen vormen een sterk punt van onze school. Bij ons geven ook enkele (oud-)binnenschippers les. Als we iets nodig hebben, zijn ze altijd bereid de vraag voor te leggen aan andere varenden. De binnenvaart is een klein wereldje. Iedereen kent iedereen.”