Eén van de belangrijke en zeer zinvolle projecten van het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart is het project ‘Klein schip’. Het doel is de fijnmazige logistiek over water te reactiveren en te versterken. Daarmee heeft het kleine schip een nieuwe en glansrijke toekomst.
Uiteindelijk is het maatschappelijk doel om te komen tot een duurzame logistiek. Zonder een schone en gezonde binnenvaart lukt dat nooit. Met andere woorden: de maatschappij heeft de binnenvaart nodig.
Dat betekent niet dat het automatisch zal gaan. De sector moet aantoonbaar maken welke rol de binnenvaart kan spelen in het streven naar duurzame logistiek, en wat daarvoor nodig is. Dit vergt doelgerichte inspanningen van de sector en van de overheid waar het gaat om investeringen en het scheppen van de juiste randvoorwaarden.
Bij het EICB handelt dit project daarom over een breed scala van onderwerpen. Bijvoorbeeld onderwerpen als bedrijfseconomie (onder andere rendement en financiering), duurzaamheid, behoud en in fase nieuwbouw, bemanning en onderwijs, samenwerkingsverbanden, nieuwe markten en voorlichting.
Dit project is vol op stoom (zonder CO2-uitstoot!) en het is de bedoeling dat het eindrapport medio 2011 uitkomt. Vanaf november zal het EICB via nieuwsbrieven de binnenvaart op de hoogte houden houden over dit project, met tussentijdse resultaten en wat op dat ogenblik de uitdagingen zijn.
Projectleiders Aad Orgelist en Ton Roos zijn beschikbaar voor meer informatie over het project ‘Klein Schip’: (010) 798 98 30 of [email protected], [email protected].
Bouwlogistiek
‘Fijnmazige bouwlogistiek over water’ is één van de projecten die onder het grote project ‘Klein schip’ vallen. Iedereen in de binnenvaart en de bouwgrondstoffenhandel weet dat een groot deel van het transport van industriezand, ophoogzand, grind en natuursteen plaatsvindt over water. Dit komt door de aantrekkelijke combinatie van schaalgrootte, lage kosten en betrouwbaarheid van de binnenvaart en het beschikbare fijnmazige netwerk van overslaglocaties verspreid langs de vaarwegen.
Daarmee kan de binnenvaart niet achteroverleunen, want deze positie in het vervoer van bouwgrondstoffen is zeker niet onbedreigd en er zijn duidelijk beperkingen. Zo is er de problematiek van de natte overslaglocaties: die worden bedreigd, bijvoorbeeld doordat een gemeente voor een dergelijke locatie andere plannen heeft, zoals woningbouw. Men spreekt er regelmatig over in eigen kring, maar daarbuiten is het nauwelijks een thema en wordt het probleem onvoldoende gevoeld.
Een ander probleem is de afname van het aantal kleine (zand- en grind)schepen, vanwege bijvoorbeeld bedrijfsbeëindiging. Ook dat weet men binnen de sector en de, vaak bedrijfseconomische, redenen waarom dat gebeurt. Maar het ‘weten’ door een kleine groep van betrokkenen is aantoonbaar onvoldoende gebleken om daadwerkelijk een verandering door te voeren en de buitenwereld te overtuigen van de sense of urgency daarvan.
Om die vicieuze cirkel te doorbreken, is het EICB in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen (NVLB), de Verenigde Zand en Grindschippers (CBRB/VZ&G) en de Vereniging van IndustrieZand en GrindProducenten (IZGP) een onderzoek gestart. Er zijn twee doelen: in de eerste plaats het inventariseren van de (potentieel) bedreigde laad- en loslocaties, in de tweede plaats het verkrijgen van input die kan dienen voor het opstellen en opstarten van een actieplan gericht op het oplossen van de knelpunten in en versterking van de logistieke keten over water.
Dit onderzoek, Fijnmazig netwerk bouwlogistiek over water, voert het EICB uit in samenwerking met het NEA. Het rapport met de resultaten van dat onderzoek staat gepland voor medio november.
Eén van de thema’s is gericht is op de betrokken overheden (gemeenten, provincies en havenbeheerders). Zij moeten worden overtuigd van het grote belang dat een blijvend fijnmazig netwerk van laad-en losplaatsen moet worden behouden. Dat verklaart waarom dit deel van het rapport 15 oktober op het congres van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) in Kampen aan de orde komt.
Ook over dit onderwerp vertelt Ton Roos graag meer: (010) 798 98 30 of [email protected].