De twee nieuwe bruggen over het IJ komen aan de westkant van de stad tussen de Haparandadam en NDSM en aan de oostkant tussen het Azartplein en de Johan van Hasseltweg. Dat stelt het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders voor in de geactualiseerde nota van uitgangspunten: Sprong over het IJ.
Ook moet er een voetgangerstunnel komen tussen Centraal Station en de Tolhuistuin. De plannen zijn een eerste uitwerking van het advies van de commissie D’Hooghe. Zowel het Rijk als het college van b en w vinden dat een goede basis voor het vervolgtraject. Van 20 september tot en met 31 oktober ligt het plan ter inzage. Het duurt nog zeker acht jaar duren voor de bruggen er zijn.
Nautische voorwaarden
Regiovertegenwoordiger Andries de Weerd van Koninklijke BLN-Schuttevaer heeft kennisgenomen van de plannen en is tevreden dat het advies van commissie D’Hooghe wordt opgevolgd. “Daar zijn onze nautische voorwaarden in opgenomen die wij samen met het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat gesteld hebben. Ik ga de plannen wel controleren.”
Eigenlijk ziet BLN-Schuttevaer liever tunnels. “Maar onze voorwaarden voor hogere bruggen op rechte stukken vaarweg staan in het plan D’Hooghe, dus we accepteren deze beslissing.”
Brugopeningen
Minder blij is De Weerd hij met de wens van Amsterdam dat eventueel openbaar vervoer over de bruggen moet kunnen rijden. Dat zo weleens ten koste kunnen gaan van het aantal of de duur van brugopeningen. “Daar gaan we nog naar kijken. Er is aan BLN-Schuttevaer beloofd dat dezelfde openingsprotocollen van twintig minuten gehanteerd worden als bij de Schellingwoude brug.”
“Met openbaar vervoer over de nieuwe bruggen zou dit tot meer stagnatie kunnen leiden. Zeker met jachten, dat kan weer tot gevaarlijke situaties leiden”, zegt De Weerd. “Dit gaan we samen met het Watersportverbond in de toekomst oppakken.”
Drukte op het IJ
Wethouder Marieke van Doorninck (Ruimtelijke Ontwikkeling): “Jaarlijks varen zo’n 160.000 schepen over het IJ en zo’n 70.000 mensen nemen dagelijks de pont voor de oversteek. Die drukte op en rond het IJ neemt de komende jaren alleen maar toe en de noodzaak om Amsterdam in volle breedte te verbinden is dus onverminderd groot.”
“Al meer dan een eeuw wordt nagedacht over vaste oeververbindingen over het IJ”, zegt Van Doorninck. Het is nu voor het eerst dat er een voorstel ligt voor twee bruggen en een tunnel waar zowel het Rijk, de gemeente en de andere betrokken partijen zich in kunnen vinden. De komende periode hoop ik van zoveel mogelijk Amsterdammers te horen hoe zij naar deze plannen kijken.”
Twee bruggen en één tunnel
Het voorstel van het stadsbestuur behelst twee bruggen en één tunnel (een voetgangerspassage). Eén brug moet tussen Azartplein en Hamerkwartier komen: de ‘oostbrug’. De andere is gepland tussen de Haparandadam en de NDSM-werf: de ‘westbrug’. Inzet is dat beide bruggen niet alleen geschikt zijn voor fietsers en voetgangers, maar ook voor openbaar vervoer. Of OV wel of niet haalbaar en wenselijk is, zal onderdeel zijn van het definitieve voorkeursbesluit dat naar verwachting begin volgend jaar aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Voor de voetgangers die momenteel nog gebruik maken van de veren tussen Centraal Station en de Buiksloterweg moet een voetgangerspassage onder het IJ op die plek een alternatief worden. Voorlopig zal men nog varend de oversteek moeten maken.
Onveilig
Het collegevoorstel is een actualisatie van het voorkeursbesluit Sprong over het IJ dat de gemeenteraad in 2017 nam. In dat oorspronkelijke voorstel was een brug voorzien vanaf de Kop van Java naar Amsterdam-Noord, maar over deze Javabrug werden de gemeente Amsterdam en het Rijk het niet eens. Een van de twistpunten was de nautische onveiligheid. Om deze impasse te doorbreken is de commissie D’Hooghe aangesteld. Alle betrokken partijen (het Rijk, Provincie Noord-Holland, Centraal Nautisch Beheer, Port of Amsterdam, Vervoerregio Amsterdam) hebben aangegeven het advies te zien als een goede basis voor het vervolg.
