De leden van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders hebben tijdens hun algemene ledenvergadering van 13 november besloten om een kwart miljoen euro te schenkenn voor hulp aan de Filippijnen. De hulp is bestemd voor het wegnemen van persoonlijke noden van de medewerkers en studenten van de zeevaartschool in Palompon op het zwaar getroffen eiland Leyte, voor het herstellen van de grote schade aan de gebouwen van de zeevaartschool en voor de gemeenschap van Palompon en directe omgeving. Dat maakte KVNR-voorzitter Tineke Netelenbos bekend.
De schade aan de gebouwen van de campus van de Zeevaartschool in Palompon op de Filippijnen is groot. (foto ANP)
Zeevaartschool
De KVNR en de aangesloten reders hebben sinds 2001 een nauwe relatie met de zeevaartschool in Palompon. In dat jaar werd met de school (officiële naam: Palompon Institute of Technology (PIT)) een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het opleiden van officieren voor de Nederlandse vloot. De Nederlandse overheid heeft een aantal malen financieel fors bijgedragen aan de noodzakelijke investeringen in gebouwen en uitrusting. Een andere belangrijke bron van financiering van de school geschiedt via een maandelijkse afdracht door Nederlandse reders die Filippijnse zeevarenden in dienst hebben
Sinds 2001 hebben 1.335 afgestudeerde studenten een contract gesloten met Nederlandse reders. Circa duizend van hen werkt momenteel nog steeds op de Nederlandse vloot.
Daken en ramen vernield
De KVNR heeft het Scheepvaart en Transport College (STC) in Rotterdam vanaf 2001 gecontracteerd voor het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs. De heer Verhoef van het STC is daarmee belast. Hij zal, samen met de directie van het PIT, een rol spelen bij het toewijzen van het door de Nederlandse reders beschikbaar gestelde geld.
Door zijn langdurige relatie met het PIT is Verhoef uitstekend op de hoogte van de situatie van de school, de stad Palompon en de lokale mogelijkheden om zowel de sociale nood te verlichten en bij te dragen aan het herstel van de school. Hoewel de meeste gebouwen van de school nog wel overeind staan, zijn veel daken vernield en zijn er ook veel ramen uitgeblazen. De schade aan de lokalen en de vaak kostbare leermiddelen, zoals simulatoren, is nog onbekend.
Het bedrag van een kwart miljoen euro is een eerste toezegging en kan later nog verhoogd worden mocht duidelijk worden dat meer hulp nodig is.
