Het CBRB is over het algemeen ingenomen met het advies van de Werkgroep De Korte. Het bestuur van het CBRB gaat ervan uit dat de kern van het rapport als basis zal dienen voor een convenant dat het CBRB-bestuur beschouwt als een integratieovereenkomst. Dit schrijft het bestuur aan Arie Kraaijeveld, de voorzitter van het Transitiecomité, die had gesteld binnen drie weken een reactie te willen ontvangen op het rapport van de werkgroep. Het CBRB heeft hiervoor speciale vergaderingen met de besturen van de verschillende ledengroepen belegd.
Die kernelementen zijn ook de uitgangspunten van het CBRB bij het transitieproces: één geïntegreerde vereniging (Binnenvaart Logistiek Nederland), één geïntegreerd bureau, behoud van breedte en kwaliteit belangenbehartiging, geen invloed op de marktwerking, een uitgebalanceerd stemrecht en een geharmoniseerd contributiesysteem.
Het CBRB-bestuur is het niet helemaal eens met het voorstel voor de bestuursstructuur van de nieuwe vereniging. Om te vermijden dat er tegenstellingen tussen de sectoren vervoerders en organisatoren van het vervoer (operators, bevrachters) in het bestuur ontstaan, wil het CBRB die groepen meer integreren. Elke ledengroep heeft een eigen voorzitter, die gezamenlijk het hart zou moeten vormen van het nieuwe algemeen bestuur, vindt het CBRB. In dat algemeen bestuur zitten voorts vertegenwoordigers voor infrastructuur, nautische veiligheid, sociale zaken en arbeidsaangelegenheden.
Geen ‘associatie’
Het bestuur zou moeten bestaan uit twee lagen en niet uit vier, aldus het CBRB, dat een Raad van Advies en een Associatiebestuur onnodig acht (het woord ‘associatie’ ziet het CBRB liever helemaal verdwijnen). Bovendien is volgens het Centraal Bureau een gecombineerde functie van directeur en voorzitter mogelijk. Het CBRB staat achter het in elkaar schuiven van de uitvoeringsorganisaties, omdat dat efficiënter zou werken. Ook zouden de nu nog aparte rechtspersonen als BTB, BVB, OCB en SPB/EICB moeten worden geïntegreerd in het BLN-office.
In de brief aan Arie Kraaijeveld waarschuwt het CBRB dat de onduidelijke situatie in het Transitieproces heeft geleid tot onzekerheid onder het personeel. Als voorwaarde voor het convenant wordt daarom gesteld dat alle werknemers van alle drie betrokken organisaties duidelijkheid krijgen over hun toekomst.
Contributie
Over de contributie stelt het CBRB dat de regeling als eerlijk moet worden ervaren. De harmonisatie van contributieregelingen van de verschillende organisaties is een voorwaarde voor het Centraal Bureau.
Voor het CBRB is het convenant of de integratieovereenkomst niet vrijblijvend. Achteraf besluiten om niet mee te doen is uitgesloten na de ondertekening. Daarom wordt voorgesteld al direct na de ondertekening een bestuur van BLN i.o. te benoemen, dat zich bezig zal houden met het uitvoeren van de overeengekomen punten en dat daarbij ook al professioneel zal worden ondersteund.
