Het CBRB inventariseert, samen met Rijkswaterstaat, onder passagiersrederijen in Nederland of de huidige voorzieningen voor afgifte voldoen als hotel- en passagiersschepen na dit jaar geen huishoudelijk afvalwater meer mogen lozen.
Vanaf 1 januari 2012 mogen hotel- en passagiersschepen voor meer dan vijftig passagiers geen huishoudelijk afvalwater meer lozen. Dat is het gevolg van het Scheepsafvalstoffenverdrag dat in 2009 in werking is getreden. Het betekent dat dergelijke schepen na dit jaar voorzien moeten zijn van een vuilwatertank of van een zuiveringsinstallatie.
Afgifte
Bij gebruik van vuilwatertanks aan boord moeten de schepen het verzamelde vuilwater afgeven. Als gebruik gemaakt wordt van een zuiveringsinstallatie aan boord, mag het gezuiverde water geloosd worden. Het slib dat hierbij achterblijft moet worden afgegeven.
Om het uit de tanks afkomstige afvalwater te verzamelen en verwerken bepaalt het Scheepsafvalstoffenverdrag dat de “verdragsluitende staten” een adequaat netwerk van ontvangstinrichtingen dienen te realiseren.
Het Centraal Bureau voor Rijn- en Binnenvaart (CBRB) voert daartoe, samen met Rijkswaterstaat, een inventarisatie uit onder de passagiersrederijen in Nederland. Doel hiervan is om te toetsen of de huidige voorzieningen voldoen en of er aanvullende maatregelen genomen moeten worden om de infrastructuur op peil te brengen.
Enquête
Eén van de kernvragen die gesteld worden is: Op welke plaatsen moet wanneer vuilwater afgegeven kunnen worden, en om wat voor hoeveelheden gaat het per keer?
Om een goed beeld te krijgen over de behoefte die ontstaat na 1 januari 2012 roepen CBRB en Rijkswaterstaat eigenaren van hotel- en passagiersschepen op om aan de enquête mee te werken. Klik hier om de vragenlijst in te vullen.