Goederen worden steeds vaker met verschillende transportmiddelen vervoerd. Een deel van de reis gaat via zeecontainer, een deel via binnenschip en een deel over de weg. Het internationale recht voor dit zogeheten multimodale vervoer is een ondoorzichtige lappendeken waarbij vervoerders en verladers nauwelijks weten waar zij aan toe zijn. Dat stelt mr. dr. M.A.I.H. Hoeks. Zij pleit in haar proefschrift Multimodal Transport Law. The Law applicable to the multimodal contract for the carriage of goods voor een Europese Verordening voor multimodaal vervoer. Donderdag 10 december promoveerde Hoeks aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De bestaande Europese verdragen richten zich allemaal op één enkele vervoermodus. Zo zijn er verdragen voor lucht-, zee-, spoor, binnenwater- en wegvervoer. Multimodale vervoerovereenkomsten, oftewel overeenkomsten die een combinatie van meerdere vervoermodi inhouden, zijn tegenwoordig echter zeer gebruikelijk.
Schadevergoeding
In het verleden is meerdere malen geprobeerd dergelijke overeenkomsten ook in een verdrag te regelen. Zonder succes. Zo’n verdrag is volgens Hoeks van belang “omdat de internationale handel behoefte heeft aan heldere juridische kaders als er bijvoorbeeld schade wordt geleden bij het transport. In de huidige situatie is het uiterst onduidelijk hoe hoog de schadevergoeding zal zijn. Per land en per situatie kan het fors verschillen.”
Hoeks analyseert de manieren waarop de toepassingsbereiken van de bestaande verdragen op het gebied van goederenvervoer worden geïnterpreteerd in Nederland, Duitsland en Engeland. Zij gaat in op de problemen die ontstaan als meerdere verdragen van toepassing zijn op een incident. Ook behandelt ze de situatie dat er geen verdragsrecht van toepassing is op de ingestelde vordering en dus het toepasselijke nationale recht vastgesteld moet worden.
Als oplossing voor de gaandeweg aan het licht gekomen problematiek stelt zij een Europese Verordening voor, die de huidige verdragen intact laat, maar die het mogelijk maakt in te grijpen als er gaten vallen of er discrepanties zijn in het toepassingsbeleid van de verschillende lidstaten.