In de droge ladingvaart blijft de binnenvaart met druk kampen door lagere volumes kolen en industriële grondstoffen. Dat stelt ING in een eind oktober gepubliceerde marktanalyse. “Positief is dat voor het bouwstoffenvervoer een beter 2025 wordt verwacht.”
Traditionele goederenstromen in de droge ladingvaart – kolen voorop en in mindere mate ook cellulose – staan structureel onder druk. Goederenstromen met potentieel zoals schroot en andere biomassa kunnen het verlies niet compenseren.
De teruggang in het kolenvervoer is de belangrijkste factor van krimp in de droge ladingvaart. In 2023 was het kolenpakket nog maar goed voor een aandeel van 6 procent. In 2022 was dat 9 procent en in 2013 zelfs bijna 12 procent – door de tijdelijke opleving als gevolg van de Russische oorlog tegen Oekraïne.
Tezamen met de lagere productie in de bouwsector – de belangrijkste bron van droge lading en goed voor zo’n 35 procent van de totale binnenvaartlading – is er volgens ING pas in 2025 weer enig herstel te verwachten. “Maar het ladingpakket blijft structureel onder druk staan. De zwakke vervoersvraag zorgt ervoor dat vooral de spottarieven in de droge ladingvaart relatief sterk zijn gedaald en dit kan in 2024 nog verder doorzetten. Desondanks liggen de tarieven – ook gecorrigeerd voor inflatie – nog altijd hoger dan in 2021.”
Capaciteit
Ondanks de krimp van het ladingvolume zijn de vrachtprijzen nog redelijk overeind gebleven vindt ING. “Dit komt onder meer doordat de netto scheepscapaciteit totaal gezien nauwelijks groeit en dat er minder efficiënt wordt gevaren. Ook het grootschalige onderhoud aan waterwegen begrenst de capaciteit de komende tijd.” Als voorbeeld noemt de bank de sluiting van het Julianakanaal waardoor schepen moeten omvaren.
“Ook is ook het binnenvaartpersoneel schaars. Zo zijn de tarieven voor kapiteins fors opgelopen. Autonoom varen kan de druk verlichten en het aantal opvarenden beperken, maar dat speelt op de korte termijn nog niet.”
ING wijst erop dat de vloot kleine schepen steeds verder krimpt, “wat de bediening van het kanalennet lastiger maakt, terwijl nieuwbouw niet meer plaatsvindt. Dat beperkt de potentie van de droge ladingvaart. Wel wordt er gewerkt aan verbreding van de Schelde-Nord-Schelde route, die Frankrijk op middellange termijn bereikbaar maakt voor grotere schepen.”
Beter in balans
Na piekende vrachtprijzen in 2022 zijn de tarieven in zowel zeevaart als binnenvaart flink teruggezakt en worden nieuwe chartercontracten lager afgesloten. Na een opleving in 2021 en begin 2022 zakte het vervoerde vrachtvolume van de binnenvaart uitgedrukt in tonkilometers in 2023 terug met ruim 6 procent. Ook 2024 begon zwak. Maar sinds de start van de zomer is er herstel te zien en tot en met augustus is het volume per saldo stabiel blijft.
“De afgelopen 10 jaar is de vervoersprestatie van de Nederlandse binnenvaart gemiddeld met een 0,5 procent per jaar toegenomen.” Ook de komende jaren dat niet beter uitpakken, voorspelt ING, al kunnen er wel grote verschillen zitten tussen de deelmarkten.
“Opvallend is overigens dat de aanvoer naar Nederland het beter doet dan de veel grotere afvoer naar het achterland. Het containervervoer blijft nog steeds achter bij de verwachtingen, maar containers zijn wel vaker gevuld.”
Al met al blijft de markt beter in balans, constateert ING, “door weinig nieuwe schepen, uitstroom van oudere schepen en grotere schommeling in rivierwaterstanden. Dit steunt de vrachtprijzen.”
Opsteker door stremmingen van Betuweroute
Het containervervoer via de binnenvaart is vooral internationaal extra teruggezakt aldus de ING-economen, die de concurrentie van het wegtransport als oorzaak aanwijzen. Wel Ze zien ook hier een lichtpuntje: in aanloop naar 2025 lijkt het keerpunt bereikt.
“Consumentenbestedingen zijn genormaliseerd, overtollige voorraden inmiddels grotendeels afgebouwd en is er herstel van koopkracht. Hierdoor groeit met name de overslag van containers in de drie grote zeehavens Rotterdam, Antwerpen en Hamburg ook weer licht.”
Een opsteker voor de containerbinnenvaart zou weleens kunnen zijn dat de Betuweroute vanaf eind dit jaar regelmatig dicht gaat. Dat komt door aanleg van het Duitse derde spoor over een lengte van 70 kilometer, tussen de grensovergang bij Zevenaar en de stad Oberhausen. De eerste keer is van 1 tot en met 24 november. In de zomer van 2025 gaat de spoorverbinding acht weken plat.
Tankvaart houdt stand
De tankvaart noemt ING “een opvallende positieve uitschieter in de binnenvaart”. Het natte vervoersvolume steeg in 2023 wél, zij het licht, en in de eerste acht maanden van 2024 zelfs met 3,5 procent.
“Dit heeft onder meer te maken met de sterke positie van het ARA-gebied voor olieproducten, maar ook met diversificatie in brandstofsoorten (en blends) die meer capaciteit vergt. Verder blijft het vervoer voor de chemiesector de komende jaren een stuwende kracht, al zijn hier regelmatig wel specialistische tankers voor nodig. De chemische industrie (langs de Rijn) houdt last van relatief hoge energieprijzen en verslechtering van de concurrentiepositie, maar halffabricaten worden hierdoor ook vaker geïmporteerd en vervoerd.”
Er zijn wel meer tankers in de vaart gekomen de afgelopen tijd, maar ze overspoelen de markt niet, vindt ING. “Anders dan na 2008-2009 ontstaat er nu geen grote overcapaciteit door een golf aan bestellingen. Marktwaardes van schepen zijn hierdoor ook relatief goed op peil gebleven.”
Ontgassen
In de tankvaart is meer capaciteit nodig door de grotere diversiteit van de lading en de aanscherping van de regels voor ontgassen. Diverse nieuwe producten en alternatieve brandstoffen, zoals biobrandstoffen, kunnen vaak niet tegelijk worden vervoerd.
Het verbod op varend ontgassen dat op 1 juli 2024 deels is ingegaan voor benzine en andere aardoliedestillaten wordt de komende jaren uitgebreid. Dat betekent dat schepen ofwel ‘dedicated’ gaan varen of gebruik moeten maken van een installatie aan de wal. “Het ontgassen van een schip van 3.000 ton kan zo’n 15 uur duren, waarbij de schepen dus niet onderweg zijn naar een nieuwe vracht. In Nederland gaat het om zo’n 5.000 ontgassingen per jaar.”