Het Peemankeetje nieuwe stijl, goed voor een ijsje. (foto Manon Bruininga)
Ze worden nog steeds Peemankeetjes genoemd. Bij mij om de hoek heeft er eentje gestaan. Behalve in Nijmegen stonden er alleen nog wat soortgelijke huisjes in Den Haag. In Wassenaar staat er nog altijd één. In mijn woonplaats stond er één tot 1985 op de hoek Graafseweg-Willemsweg. Totdat een vrachtwagen het keetje aan gort reed.
Gelukkig waren de erven Peeman er als de kippen bij de restanten van het madurodamgrote hokje op te kopen, en geheel gerestaureerd als tuinhuisje op hun grondstuk neer te zetten. Niet alleen staat daar tegenwoordig groen gereedschap in geplaatst, maar ook wordt het huisje door de nazaten als hulp in de barbecue gebruikt.
Vlakbij de Nijmeegse Waalbrug staat er ook nog een Peemankeetje. Ik loop er soms langs om een lekker Duits biertje te drinken. In het zonnetje, met een neus uitlaatgas. Ondanks het langsrazend verkeer kun je aan de andere kant van het park de schepen onder de Waalbrug door horen varen. Als je de oren van een schipper hebt, waarschijnlijk. Of het gehoor van een droogmatroos als ik.
Bij de kiosk aan het Hunnerpark komen de Nijmegenaren graag een pilsje drinken, een gehaktballetje eten en een praatje maken. Sinds ik een boek heb geschreven over een zeer Nijmeegs onderwerp, dat de goedkeuring van de autochtonen wel kan wegdragen, kan ik mij rustig als Nijmegenaar tussen de Nijmegenaren begeven. En dat voor een in Rotjeknor geboren schipperstelg. Hier zit ik dan op het terras, tussen een paar wijnnippende en koffiedrinkende vrouwen met net niet geslaagd haarspoelinkje. Druk pratend halen zij herinneringen op. Want dat is wat vooral op het menu staat hier. En ze kunnen er wat van, de dames met radde tong. De naam van een in de Karelstad wereldberoemde stadgenoot komt ter sprake: Jan Aart Peeman.
Zo zag het origineel er uit, begin 20e eeuw. (foto archief Peeman)
Melk
In 1908 nam drankhandelaar Jan Aart Peeman twaalf kiosken over van de Bond voor Drankbestrijding. De huisjes stonden langs de singels en invalswegen van de Waalstad. Daar werd geen jajem, maar melk en frisdrank verkocht aan het begin van de twintigste eeuw, een tijd van grote sociale problemen dus alcoholmisbruik. Het verkopen van alcohol lag gevoelig. Peeman moest aan zijn reputatie denken en kreeg het toch al moeilijk genoeg met de moeilijk te handhaven kiosken. Want vanaf de tijd dat hij ook rookwaar ging verkopen, werd er flink ingebroken. Eind jaren ’50 en in de jaren ’60 werd er bijna maandelijks tabak gestolen. Een Peemankeetje was een makkelijke prooi, omdat de eigenaar ervan nergens boven zijn nering woonde. Bovendien was zo’n kioskje van hout en dus makkelijk te kraken.
Bij het Peemankeetje aan het Hunnerpark worden vandaag vooral politiek en actualiteiten gekraakt, en de avonturen van stadgenoten, vrienden, bekenden en familieleden besproken. Zoals dat ongetwijfeld hier ook aan het begin van de twintigste eeuw gebeurde, nu gebeurt en altijd zal gebeuren. En dat alles met een onmiskenbaar, Nijmeegs accent, dat met roddel, een grapje en een biertje in de hand goed op de tong rijpt. Er worden treurige herinneringen opgehaald aan het bombardement van februari 1944, en weer weggewuifd, zo goed als dat kan.
Ook is het bij het Peemankeetje gezellig afspreken met Nijmeegs Annie. Iedereen kent hier de tijdens festiviteiten vaak in het rozarood geklede Annie. Ook tijdens de Zomerfeesten zorgt zij voor veel bekijks en vermaak. Zij maakt het vrolijk bont in Nijmegen, de stad die de rivier wil omarmen met nieuwbouwproject de Waalsprong. Nou, daar hebben de vaste klanten van het Peemankeetje wel zo hun mening over. Toch vinden schout en schepenen dat het ook daar feest moet worden, in dat nieuwe stadsdeel aan de andere kant van de Waal. Echte Nijmegenaren vinden dat geen Nijmegen. Daar wonen vooral “die van buiten”: studenten, import, naar binnen gesmokkelde politici die nergens verstand van hebben en andere hobbyisten. We zullen het wel zien, met dat omarmen van de Waal. Maar die rivierknuffelaars zijn meer dan welkom hoor, hier bij het keetje. Geen probleem. Want het is vooral gezellig hier. Klein maar gezellig. Een nieuw biertje wordt besteld, met een frikandel, niet te verwarren met de Duitse “Frikadelle”. Wilt u een broodje spek misschien, de specialiteit van vandaag? Of een soepje? Wat kunnen we verder eigenlijk nog allemaal eten hier, in dit Peemankeetje dat eigenlijk helemaal geen Peemankeetje meer is? De echte keetjes zijn verdwenen, steviger kioskjes zijn ervoor in de plaats gekomen. Maar ook bij het namaak is er genoeg verkrijgbaar van de geviltstifte kleine kaart. Eigenlijk is het best wel een Duitse bedoeling hier, bij die kleine horeca van Peeman. Bier, Bratwurst und Kartoffelsalat. Ik voel me hier regelrecht thuis. IJsje toe, wohlgefällig?