De haventarieven stijgen de komende drie jaar met de helft van het inflatiepercentage, met een maximum van 1 procent per jaar. Voor 2015 betekent dit dat de tarieven die bezoekende zeeschepen in Rotterdam betalen met 1 procent geïndexeerd worden.
Daarnaast neemt het Havenbedrijf maatregelen gericht op het versterken van de hub-functie en het stimuleren van duurzaam achterlandvervoer. Voor het eerst zijn de havengeldtarieven voor een periode langer dan één jaar vastgelegd zodat bedrijven weten waar ze de komende jaren aan toe zijn. Dit heeft het Havenbedrijf Rotterdam besloten na overleg met – en instemming van – het havenbedrijfsleven.
Allard Castelein, president-directeur Havenbedrijf Rotterdam: ‘We stellen de tarieven voor drie jaar vast en we blijven structureel onder de inflatie. Dat is een helder signaal naar de markt. Rederijen weten waar ze in Rotterdam aan toe zijn. Daar bovenop spelen we gericht in op actuele ontwikkelingen, met name in de containermarkt en de raffinagesector.’
Afwijkende afspraken voor binnenvaart
Voor de binnenvaart zijn afwijkende afspraken gemaakt. De prijs van een abonnement blijft volgend jaar gelijk.
Rotterdam, Dordrecht, Zwijndrecht en Papendrecht vormen vanaf 1 januari administratief één binnenhavengebied. Hierdoor hebben schippers nog maar één in plaats van twee abonnementen nodig. Het Havenbedrijf gaat volgend jaar met de binnenvaartsector kijken hoe het systeem van binnenhavengeld verder gemoderniseerd kan worden. Daarom is er nu geen meerjarige afspraak gemaakt voor deze sector.
Containerhub
In de containersector zet het Havenbedrijf in op een toename van het aantal transshipment containers. Deze gaan, nadat ze per zeeschip zijn aangekomen, vanaf de terminal direct over zee verder naar een andere Europese haven. Het havengeld voor zo’n container is gemiddeld ongeveer € 8,-. De huidige korting van € 1,65 wordt de komende drie jaar stapsgewijs verhoogd tot € 5,- per deepsea-container.
Voor feeder-containers blijft de bestaande transshipmentkorting van € 2,50 per container de komende drie jaar bestaan. Het Havenbedrijf wil zo de markt verleiden fors meer transshipment-lading via Rotterdam te verschepen.
Havengeld
Havengeld is één van de inkomstenposten van het Havenbedrijf en wordt in rekening gebracht aan de rederijen die Rotterdam aandoen. In 2013 ontving het Havenbedrijf 288 miljoen euro aan zeehavengeld en 14 miljoen euro aan binnenhavengeld. De andere grote inkomstenbron van het Havenbedrijf is de verhuur en erfpacht van terreinen: 321 miljoen euro.
Daarbij krijgen containerschepen een extra stimulans om per keer dat ze naar Europa komen Rotterdam twee keer aan te lopen. Bij zo’n tweede bezoek door intercontinentaal varende containerschepen is het tarief voor het scheepsdeel 25 procent van het normale tarief. Dit stimuleert dat de allergrootste, zwaar beladen containerschepen bij aankomst in Noordwest-Europa eerst Rotterdam aandoen om een deel van hun lading te lossen, dan in enkele andere havens afmeren en voor vertrek naar Azië nog een keer naar Rotterdam komen om maximaal beladen Europa te verlaten.
Raffinage
De tarieven voor tankers met ruwe olie blijven de komende drie jaar elk jaar 1,5 procent onder de indexatie. Dit betekent dat het tarief in 2015 0,5 procent daalt. Hiermee komt het Havenbedrijf tegemoet aan de raffinagesector die structureel onder forse druk staat door de sterke concurrentie op de wereldmarkt.
Korting bij extra lage NOx-uitstoot
De bestaande korting voor schone schepen, de Environmental Ship Index (ESI), wordt voortgezet. Schepen die op de index 31 punten scoren krijgen al een korting van 10 procent op het scheepsdeel van het zeehavengeldtarief.
Die korting wordt verdubbeld als schepen relatief weinig stikstof uitstoten. Hiervoor moet een schip volgens de ESI minimaal 31 punten scoren op het onderdeel NOx-uitstoot. Deze korting past naadloos in het akkoord dat het Havenbedrijf, Deltalinqs en zes natuur- en milieuorganisaties recent sloten om de hoeveelheid stikstof in het Rijnmondgebied terug te dringen.