De Vlamingen zijn opgelucht nu de Nederlandse Raad van State de laatste bezwaren tegen de verdieping van de Westerschelde op Nederlands grondgebied heeft verworpen. Minister-president Kris Peeters en minister van Openbare Werken Hilde Crevits noemen het arrest een cruciale stap in de uitvoering van de Scheldeverdragen.
Vlaanderen vraagt al jaren om de verdieping, waardoor schepen met een diepgang tot 13,10 meter getij-onafhankelijk de haven van Antwerpen kunnen bereiken. De Vlamingen waren eind 2007 begonnen met het baggeren van de vaargeul op Vlaams grondgebied. In Nederland werden de baggerwerken afgelopen zomer stilgelegd na een voorlopige uitspraak van de Raad van State. Dat leidde tot spanningen met Vlaanderen, dat met schadeclaims dreigde als Nederland zijn afspraken niet zou nakomen.
Concurrentiepositie
“Nederland is tot nu in gebreke gebleven, want het had volgens de afspraken in de Scheldeverdragen eind 2009 klaar moeten zijn”, aldus de Antwerpse havengemeenschap, die verheugd gereageerd heeft op het arrest van de Nederlandse Raad van State. De havengemeenschap hoopt dat het goed nabuurschap en wederzijds vertrouwen nu weer op een positieve manier kan worden ingevuld. De Antwerpenaren willen in de eerste plaats de relatie met de provincie Zeeland en de gemeenten van de veiligheidsregio Zeeland herstellen.
De Vlaamse minister-president Kris Peeters noemde de uitspraak van de Raad van State goed nieuws voor de concurrentiepositie van de Antwerpse haven. “Voor de groei van de haven en de werkgelegenheid is een verdere verdieping noodzakelijk”, aldus Peeters. De verdieping van de Westerschelde is ook een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van het totaalplan van de Antwerpse haven, vulde Hilde Crevits aan. In Nederland hoopt men dat de schadeclaims waarmee de Vlamingen hadden gedreigd van de baan zijn, nu het licht voor de verdieping op groen is gezet.