Maandag 2 juni is het startschot gegeven voor investeringen in de Zuid-Willemsvaart tussen Veghel en Eindhoven. Bochten worden verruimd, oevers en bodem verstevigd en wachtplaatsen verlengd of extra aangelegd. Hierdoor kunnen in de toekomst grotere schepen het kanaal bevaren. Dat hebben de provincie Noord-Brabant en het Rijk afgesproken.
Centraal bedieningspunt
Ook tekenden de provincie en Rijkswaterstaat een convenant dat de sluisbediening voor de binnenvaart moet waarborgen. Noord-Brabant investeert eenmalig 1,5 miljoen euro zodat Rijkswaterstaat versneld een nieuwe bedieningscentrale in gebruik kan nemen. Hiermee wordt een snellere realisatie van een innovatief centraal bedieningspunt voor de sluizen en bruggen in heel Zuid-Nederland mogelijk. Rijkswaterstaat, provincie Noord-Brabant, gemeenten en het bedrijfsleven slaan de handen ineen om de Brabantse kanalen beter te benutten en bereikbaar te houden. Met de eenmalige investering voorkomt de provincie dat het bedieningsniveau van de Brabantse sluizen en bruggen wordt versoberd en de bereikbaarheid over water onder druk komt te staan.
‘Nieuwe investeringen in de binnenwateren van Noord-Brabant maken de goederenstromen van bedrijven milieuvriendelijker en efficiënter.’ Dat stelt EVO in een reactie. De verladersorganisatie heeft zich hard gemaakt voor de investeringen. ‘Noord-Brabant kent veel bedrijven die van de binnenvaart gebruik maken. Ook is er veel doorgaand verkeer op de Brabantse vaarwegen naar het achterland.’
Bezuinigen
Minister Schultz Van Haegen wilde bezuinigen op het aantal uren waarop de sluizen en bruggen bediend worden. EVO bestempelde deze bezuiniging als een ramp voor bedrijven die voor hun bevoorrading of afzet afhankelijk zijn van de binnenvaart. De bezuiniging zou nauwelijks iets opleveren terwijl de kosten voor het bedrijfsleven als gevolg daarvan stijgen – en dat terwijl het kabinet bedrijven eerder opriep om meer gebruik te maken van de binnenvaart.’
