(foto Cees de Keijzer / www.worldshipsocietyrotterdam.nl)
Bunga Melati Satu’ is een aparte naam voor een schip. Het betekent ‘Jasmijnbloem één’, waarbij de kenners ‘satu’ onmiddellijk laten volgen door ‘dua, tiga, empat en lima’: Maleis voor twee, drie, vier en vijf.
Hoewel het schip is geclassificeerd als chemicaliëntanker vervoert het hier een ongevaarlijke lading
kokosnoot- oftewel klapperolie. Dat wordt gewonnen uit het vruchtvlees van de kokosnoot, waarbij het Maleise woord daarvoor, ‘kelapa’, in een ver koloniaal verleden is verbasterd tot ‘klapper’.
Reeds voor de intrede van het containertijdperk kwamen er ‘Bungaboten’ met stukgoed in de Waalhaven en al zo’n vijftig jaar lang zijn ze herkenbaar aan hun blauwe schoorsteen met rood-wit-rode band en daarin de gele ster van de Maleise vlag.
De rederij MISC Berhad (Malaysia International Shipping Corporation) uit Kuala Lumpur is wel met haar tijd meegegaan want ze opereert thans wereldwijd met ruim 170 schepen, die bij elkaar 140 miljoen ton draagvermogen omvatten. De eigen vloot bestaat uit 53 grootschalige olietankers, dertig gastankers, negentien chemicaliëntankers, zestien containerschepen en een bulkcarrier. Bovendien vaart er nog een vijftigtal schepen in charter en zijn er dertien tankers in aanbouw.
Daarnaast is MISC actief in de offshore met twaalf drijvende opslag- en productie-eenheden, maar ook is men actief in walopslag.
Zelfs in Rotterdam, getuige het tankpark, hier op de achtergrond, gelegen aan de westzijde van de 7e Petroleumhaven. Deze tanks zijn van ETT, de European Tank Terminal, dat onderdeel is van VTTI
(Vitol Tank Terminals International). VTTI, gevestigd in elf landen, is voor 50 procent van het Nederlandse bedrijf Vitol en voor 50 procent van MISC Berhad, die dat aandeel in 2010 voor circa 800 miljoen dollar verwierf.
In al dat geweld levert de Bunga Melati Satu een bescheiden bijdrage. Zijn hoogwaardige lading ‘minyak kelapa’ werd gelost bij concurrent Vopak in Vlaardingen.
(Cees de Keijzer)
