De Duitse ‘stoplichtcoalitie’ van SPD, Groenen en FDP zat flink in haar maag met een uitspraak van het grondwettelijk hof waardoor afgelopen november een miljardentekort in de begroting voor 2024 dreigde te ontstaan. Tijdens een interview op televisie noemde FDP-minister Christian Lindner van Financiën in december het invoeren van accijns op gasolie voor binnenschepen als een van de opties om het gat te dichten.
Dat is inmiddels tegengesproken door het verkeersministerie. Volgens de Deutsche Verkehrszeitung staat de maatregelen ook niet op de actuele besparingslijst van de Duitse regering. Wat Lindner bezield heeft met zijn uitspraak is onduidelijk. Mogelijk heeft hij zich gebaseerd op verouderde informatie.
Akte van Mannheim
Het zorgde in ieder geval voor commotie in de binnenvaart, zo kort voor de jaarwisseling. BDB en BDS en het Deutsche Fährverband wezen er in een gezamenlijk statement op dat accijnsheffing op gasolie in de Rijnvaart volgens de Akte van Mannheim niet is toegestaan. Duitsland kan dit verdrag niet zomaar in z’n eentje naast zich neerleggen, zeker niet op korte termijn. Het zou daarnaast leiden tot bunkertoerisme in de buurlanden.
Een brandstofheffing op de andere Duitse rivieren is misschien sneller in te voeren, maar zou rederijen die daar varen financieel zo hard raken dat daardoor hun voortbestaan bedreigd wordt. Ze kunnen de extra kosten nauwelijks doorberekenen en uiteindelijk zouden consumenten de dupe zijn. Het zet volgens de bonden ook weinig zoden aan de dijk, want 80 procent van alle binnenvaartvervoer vindt op de Rijn plaats.
“Milieuschadelijke subsidie”
Lindner noemde de belastingvrijstelling in de binnenvaart een vorm van “milieuschadelijke subsidie”. Daarmee dreigde hij volgens de bonden het moeizaam ingezette proces van vlootvergroening de strop om te doen. Kleine en middelgrote binnenvaartbedrijven kunnen dit niet uit eigen zak betalen en vooralsnog is er geen grootschalig beschikbaar alternatief voor diesel.
