“Ik heb nog meer respect gekregen voor het reddingswerk dat deze mensen doen.” Dat zei prinses Beatrix na haar bezoek aan KNRM Stellendam op 14 mei.
Het bezoek aan het Zuid-Hollandse reddingstation van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij was naar aanleiding van het 200-jarig bestaan van de KNRM vorig jaar. Ze werd ontvangen door Ada Grootenboer-Dubbelman, burgemeester van gemeente Goeree-Overflakkee en voorzitter van de KNRM-reddingstations Stellendam en Ouddorp, en Arne Weverling, loco-commissaris van de Koning in Zuid-Holland.
Man overboord
Prinses Beatrix is beschermvrouwe van de KNRM. In het bemanningsverblijf vertelde KNRM-directeur Jacob Tas over de activiteiten rond het jubileum van de KNRM en sprak de prinses met diverse vrijwillige redders. Daarna ging zij aan boord van de reddingboot Antoinette en voer ze met de bemanning naar het Slijkgat voor een SAR-oefening (Search and Rescue). Een van de redders liet zich overboord vallen, waarna hij door zijn collega’s gered werd. Beatrix genoot zichtbaar en stelde diverse vragen aan de vrijwilligers. Na afloop bedankte ze de vrijwilligers voor de “heerlijke ochtend”.
Burgemeester Grootenboer-Dubbelman noemde het “heel bijzonder” dat de beschermvrouwe van de KNRM op bezoek was. “Het is voor de mannen en vrouwen van de KNRM die het reddingwerk dag in, dag uit doen, een kers op de taart.” Jacob Tas: “Het is duidelijk dat prinses Beatrix een warme band heeft met ‘haar’ KNRM. Ze heeft met eigen ogen kunnen zien hoe onze vrijwilligers oefenen in het redden van mensen in nood op het water.”
Beschermvrouwe
De band tussen de KNRM en het koningshuis gaat terug tot de oprichting in 1824. Koning Willem 1 was zeer betrokken bij het reddingwezen in het algemeen en de Redding Maatschappij in het bijzonder. Hij maakte zich hard voor één landelijke reddingmaatschappij. Het lukte echter niet om de beide actieve reddingmaatschappijen – in Amsterdam en in Rotterdam – te laten fuseren. Een verzoek aan Koning Willem I om beschermheer te worden, wees hij van de hand.
In 1891 kreeg de Redding Maatschappij alsnog een koninklijke beschermer: koningin Emma gaf gehoor aan het verzoek van de Rotterdamse reddingmaatschappij om beschermvrouwe te worden. Koningin Wilhelmina nam die functie in 1899 van haar moeder over. Ook de echtgenoot van Wilhelmina, Prins Hendrik, was nauw betrokken bij het reddingwezen. Na zijn overlijden in 1934 nam Prinses Juliana deze erefunctie over. Prins Bernhard werd in 1937 erevoorzitter.
Koninklijk
In 1949 verleende koningin Juliana aan de twee reddingmaatschappijen het predicaat Koninklijk. Dat was bij hun 125-jarig bestaan. Na de fusie tot de KNRM in 1991 werd dit predicaat door koningin Beatrix bestendigd. Ook nadat Willem-Alexander de troon besteeg, bleef zij beschermvrouwe van de KNRM.
Sinds de oprichting in 1824 kregen achttien reddingboten in de KNRM-vloot een koninklijke naam. De laatste koninklijke doopplechtigheid van een KNRM-reddingboot was in 2014. Reddingboot Nh1816 werd toen in IJmuiden gedoopt door koningin Maxima.
Tijdens de viering van het 200-jaar bestaan van de KNRM in het Nieuwe Luxor Theater in Rotterdam maakte eregast koning Willem Alexander bekend dat één van de grootste nog te bouwen reddingboten van de KNRM de naam Prins Johan Friso zal krijgen.
Beschermvrouwe Prinses Beatrix tussen de vrijwillige redders van KNRM Stellendam. (foto KNRM / Mario Rentmeester)
Stellendam
Het reddingwerk op zee rond de Kop van Goeree is sinds 1825 door verschillende reddingstations van de KNRM uitgevoerd. Goeree lag aan de drukke scheepvaartroute naar Dordrecht en Rotterdam. Er strandden geregeld schepen op de zandbanken voor de kust.
KNRM-reddingstation Stellendam ontstond in 1927 met de stationering van een nieuwe zelfrichtende motorreddingboot. De locatie was logisch ten opzichte van de Maasvlakte waar destijds veel stoomschepen strandden. Sindsdien is veel zeegebied veranderd in haventerrein. Door de bouw van de Haringvlietsluizen, als gevolg van de Watersnoodramp in 1953 en het Deltaplan dat daarop volgde, veranderde de regio in een populair watersportgebied.
Reddingstation Stellendam is één van de 45 KNRM-locaties langs de hele Nederlandse kust (en het ruime binnenwater). Door de snelle groei van de pleziervaart is het reddingstation nog altijd onmisbaar. Daarom ligt zowel aan de Noordzee- als aan de Haringvlietkant van de sluis een reddingboot. Tegenwoordig wordt het reddingstation Stellendam meer dan 75 keer per jaar gealarmeerd voor hulpverleningen en reddingen.
De reddingboten van KNRM Stellendam zijn 24 uur per dag en onder alle weersomstandigheden inzetbaar. Ze worden bemand door dertig vrijwilligers. De bemanning is professioneel opgeleid voor het reddingwerk, wordt periodiek bijgeschoold en oefent wekelijks om maximaal voorbereid in actie te kunnen komen.