Vaak vaart hij door sluis Weurt, op weg naar een festiviteit in Mook of Cuijk of Grave. De Zeester is een mooie oude kustvaarder, voor feesten en partijen, 35 meter lang, 6 meter breed, diepgang: 2,00 meter. Het is een recreatieschip. Met dekterras. En de schipper heet Gijs Hak (60).
Bespiegelingen op de sluis
Frank Antonie van Alphen struint rond op sluizen en in havens en stapt aan boord bij een willekeurig schip. Maar wel één met een verhaal.
“Het gaat goed met de verhuur. Van feesten moet ik het hebben. Ik heb zelfs een keer bij een ark opzij gelegen. Met een trouwpartij. Natuurlijk moest ik wel het anker zetten. Ook had ik er een ponton tussen gelegd met een brugje, zodat de mensen makkelijker aan boord konden komen.”
Ook tijdens de komende Zomerfeesten in Nijmegen is het bal. Met dagelijks livemuziek in het verbouwde ruim. Een verbouwing die de nodige voeten in de aarde had. Of beter gezegd: in het vet. Voordat Hak de Zeester kocht, werd de kuster gebruikt voor vispartijtjes op zee. In het ruim lag alleen maar puin. Als ballast. De woning diende toen als kroeg met bar. Waar vis gebakken werd. Je kon het vet van de koelkast schrapen.
Spitsenvaart
“Ik heb de Zeester 29 november 1991 gekocht. Een dag ervoor ging mijn relatie uit. Dat ik weer een schip kocht, zag ze niet zitten”, lacht ex-spitsenschipper Gijs Hak verkouden. Tja, als je een beetje huisje, boompje, beestje bent ingesteld, ben je hier bij de verkeerde man. Een jaar heeft hij in Frankrijk gezeten. Soms droomt hij ervan weer de spitsenvaart in te gaan. Zelfs in deze tijd.
Gijs Haks relatie werd verbroken om de Zeester. “Dat ik weer een schip kocht, zag ze niet zitten.” (foto Manon Bruininga)
Na zijn periode in Frankrijk wilde hij eigenlijk aan de wal. “Ik heb een jaar de School voor de Journalistiek gedaan; ben een tijdje grafisch ontwerper geweest.” Tot hij de Zeester tegenkwam. Hij was meteen verkocht. Eigenlijk wilde hij er eerst op gaan wonen. Prachtschip, zoveel karakter, een Industrie in de machinekamer.
“Maar wat een bult werk”, dacht Hak bij het zien van het ruim. “De buitenhelling was geïmpregneerd met een dubbele laag vet.” Eerst was het een fikse portie vetsteken geblazen, voordat de Zeester een beetje toonbaar werd. Er lag ook puin in het ruim. Olie, “dat heeft het schip geen goed gedaan.”
Mengtafel
Maar zo om ons heen kijkend heeft hij de klus goed geklaard. Hoewel het puin door de rottende buikdenning was gezakt. In het stemmige ruim staan tegenwoordig een bar en tafeltjes. En een mengtafel voor het vermaak op het scheenbeenhoge podium. Waarop weer veel zal worden gemuciseerd tijdens de Nijmeegse Zomerfeesten.
Een van de bands die weer in de Zeester zullen spelen, is de groep Blz 15 uit Zwolle. De schipper herinnert zich: “De zanger kwam helemaal kleddernat binnen, in zijn onderbroek, met het verhaal dat hij was komen zwemmen. Tijdens het optreden kleedde hij zich al zingend aan.”
Boven het podium, aan het kopse eind van het schip, hangt een kunstwerk van staalkunstenaar Arild Veld, die ook het zeesterembleem op de kop van het schip ontwierp. Veel schippers met een voorliefde voor kunst varen er niet rond. Misschien een goede investering in deze barre tijden, als appeltje voor de dorst straks?