De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij heeft opdracht gegeven voor de bouw van twaalf nieuwe reddingboten. Nooit eerder in de 200-jarige historie van de KNRM werd zo’n grote opdracht gegeven. De boten van de Van Wijkklasse worden vanaf 2026 bij twee Nederlandse werven gebouwd: Dok en Scheepsbouw Woudsend en Habbeké Shipyard.
Met de bouw is een investering gemoeid van circa 20 miljoen euro. Alle reddingboten worden bekostigd uit verschillende schenkingen, nalatenschappen en bijdragen van donateurs van de KNRM. De naamgeving van de reddingboten is afkomstig van de schenker die het grootste deel van de bouwkosten heeft gedoneerd.
Nederlandse werven
De opdracht voor de bouw van de reddingboten is gegund aan twee werven, die al jarenlang vaartuigen voor de KNRM bouwen en onderhouden. Het zijn Dok en Scheepsbouw Woudsend in Woudsend en Habbeké Shipyard in Hoorn. Deze werven kregen eerder al de opdracht voor acht van deze Van Wijkklasse-reddingboten, waarvan er vier nog in aanbouw zijn. De nieuwe opdracht is een vervolg hierop.
De twaalf te bouwen reddingboten zijn een doorontwikkeling van de bestaande reddingbootklasse (Valentijnklasse) van 10 en 11 meter, die de KNRM sinds 1990 in de vloot heeft. De oudste reddingboten zijn, na bijna dertig jaar, toe aan vervanging. De zogeheten rigid inflatable boats (RIB’s, rubberboten met vaste romp) worden door de redders die ermee varen geroemd om hun zeewaardigheid. De reddingboten hebben een topsnelheid van 60 kilometer per uur, zijn onder alle weersomstandigheden inzetbaar en kunnen uit zichzelf terug kantelen als ze kapseizen.
Reddingstations
De nieuwe reddingboten zijn bestemd voor reddingstations in Wijk aan Zee, Zandvoort, Harlingen, Enkhuizen, Cadzand, Hansweert, Urk, Terschelling, Westkapelle, Ter Heijde en Noordwijk. Eén reddingboot komt in de reservevloot, die bij onderhoud van een schip als vervanger wordt gebruikt.